Plenair Koffeman bij behandeling Begroting Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening 2025



Verslag van de vergadering van 18 februari 2025 (2024/2025 nr. 19)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.51 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koffeman i (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. De woningnood is een veelkoppig monster. Tot 2030 moeten er 900.000 woningen bij komen, maar zoals we allemaal weten, loopt de woningbouw ver achter op dit doel. Er is te weinig bouwgrond, de kosten voor bouwmaterialen zijn hoog, er is een tekort aan personeel om de huizen te bouwen en daarnaast is er een stikstofcrisis. De gevolgen zien we elke dag. Gescheiden koppels blijven bij elkaar wonen, omdat ze elkaar niet kunnen uitkopen. Jongeren blijven thuis wonen en lopen zo een groot deel van hun ontwikkeling mis. Ouderen vereenzamen in hun te grote huis, maar kunnen een seniorenflat niet betalen. En studenten ontdekten dat hun studieschuld, alle eerdere beloften van het kabinet ten spijt, toch meetelt voor hun hypotheek.

Intussen droogt het aanbod van woningen in de particuliere huursector op, is de prijs van de gemiddelde koopwoning in veel gemeenten gestegen tot boven €450.000 en wordt de kloof tussen huurders en kopers steeds groter. Huurders zijn zomaar 40% van hun inkomen kwijt aan huur. De huurprijzen stijgen ook dit jaar fors, alle beloften van de PVV om de huren te verlagen ten spijt. Kortom, de woningnood raakt ontstellend veel mensen. Is de minister bereid woningsplitsing te vergemakkelijken, zodat bewoners van grote huizen kunnen meewerken aan het sterk vergroten van het aantal beschikbare kleine appartementen, zonder kosten voor de overheid? Graag een reactie.

Voorzitter. De wooncrisis is geen natuurverschijnsel, maar het gevolg van politieke keuzes. Minister Blok deed een groot deel van de socialehuurwoningvoorraad in de uitverkoop aan buitenlandse beleggers. Hij zorgde er met een actieve wervingscampagne voor dat ze daarop werden geattendeerd, waarna ze de woningen ver onder de WOZ-waarde voor een prikkie opkochten en vervolgens voor enorme huurprijzen weer op de markt brachten.

In een interview in het FD van 6 oktober 2017 meldde minister Blok vervolgens trots dat hij — ik citeer — "de eerste VVD'er was die een heel ministerie heeft laten verdwijnen". Tegelijkertijd werden bejaardenhuizen wegbezuinigd, want ouderen konden best langer thuis wonen, met hulp van familie en kennissen, werd de participatiesamenleving geboren en werden stikstofproblemen stelselmatig doorgeschoven naar opeenvolgende kabinetten.

Daar werd echter niet over gerept bij de vorige Tweede Kamerverkiezingen. Integendeel. PVV, VVD en BBB wezen nieuwkomers op de woningmarkt aan als de schuldigen. Asielzoekers werden gezien als een bedreiging voor de woningmarkt. Vreemdelingen zouden onze huizen krijgen, terwijl gewone Nederlanders achter het net visten.

De cijfers laten daarentegen een heel ander beeld zien. Asielzoekers maken slechts een zeer beperkt deel uit van de migranten die naar Nederland komen. Het gros van de migranten bestaat uit internationale studenten en arbeidsmigranten uit de EU. Die laatste groep bestaat uit mensen die vaak onder barre omstandigheden werken in onze slachthuizen, tomatenkwekerijen en distributiecentra. Dat zijn plekken waar veel Nederlanders niet willen werken. Die sectoren zouden instorten als we deze migranten zouden weigeren. Deze week kwam daar het plan van de minister bij om statushouders niet langer voorrang te geven. Ik vraag de minister: waar moeten ze dan heen om de asielopvang niet langer te belasten?

Extra problematisch is dat dit kabinet wil bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking. De grote problemen die daarmee gepaard gaan, kunnen zorgen voor een aanzwellende stroom vluchtelingen, die vluchten voor armoede, honger of oorlog. Penny wise, pound foolish. Als Europa zich terugtrekt van het Afrikaanse continent, wie neemt die positie dan over? China?

Voorzitter. Na de uitspraken van de Raad van State in de Greenpeace-zaak is duidelijk dat het kabinet haast moet maken met de stikstofaanpak. Al sinds de PAS-uitspraak in 2019 heeft niet alleen de natuur, maar ook de woningbouw te lijden onder het dralen van opeenvolgende kabinetten, die met geitenpaadjes proberen uit de stikstofcrisis te komen, zonder de grote boosdoener, de intensieve veehouderij, in te perken. Inmiddels is een speciale commissie onder leiding van de minister-president bezig om naar een oplossing te zoeken. Dat is overdoen wat de commissie-Remkes drie jaar geleden al heeft gedaan. Hij kwam met het voorstel om piekbelasters vrijwillig de keuze te geven tussen extensiveren, innoveren, omschakelen en verplaatsen. Met het verdwijnen van het stikstoffonds door BBB werd dit vrijwel onmogelijk. Een oplossing voor PAS-melders is verder weg dan ooit, ondanks de optimistische geluiden die minister Wiersma daarover laat horen. Er zijn honderden, misschien wel duizenden vergunningen voor boerenbedrijven bij gekomen, die nu mogelijk illegaal zijn geworden.

Voorzitter. Onze fractie ziet krimp van de intensieve veehouderij als de grootste stap uit de impasse. Met een bijdrage aan de stikstofoverlast van maar liefst 45%, moet de landbouw echt aan de bak. Het is echt tijd dat boeren duidelijkheid krijgen van het kabinet, zodat ze weten waar ze aan toe zijn. Maar er kunnen natuurlijk ook andere maatregelen genomen worden. Schiphol zou moeten krimpen, ook om de geluidsoverlast voor omwonenden in te perken. De industrie zou moeten verduurzamen. Vooralsnog gaat dat allemaal zeer moeizaam. De voorzitter van Bouwend Nederland, Arno Visser, gaf in Buitenhof aan dat de ministeriële commissie die is ingesteld helemaal niet nodig is en dat we allang weten wat er moet gebeuren. Hij vindt dat het tijd wordt om uit te voeren in plaats van — ik citeer — "het wiel opnieuw uit te vinden". Wat vindt de minister van de uitspraken van de heer Visser? Is de minister het met de heer Visser eens dat de economische gevolgen van het op slot gaan van Nederland vele malen ernstiger zijn dan die van nu ingrijpen in de intensieve veeteelt? Graag een reactie.

Voorzitter. Zolang meer dan de helft van Nederland in beslag genomen wordt door de landbouw, blijft het zoeken naar bouwlocaties problematisch. Bouwen onder de zeespiegel, bijvoorbeeld in het Groene Hart, lijkt daarbij niet langer een taboe, maar dat is toch vragen om problemen? Hoe staat het met het verplicht stellen van een waterlabel naast het energielabel, vraag ik de minister. Nu er gebouwd gaat worden in gebieden die onder de zeespiegel liggen, is het belangrijk dat potentiële kopers zicht krijgen op de risico's die ze lopen met hun nieuwe woning, zowel op schade door droogte als door wateroverlast, zeker nu verzekeraars aangeven dit soort schade niet meer te kunnen of willen verzekeren en we al meerdere jaren op rij te maken hebben met zowel extreme droogte als extreme wateroverlast door klimaatverandering. Graag een reactie.

Voorzitter, de minister ging STOER, met hoofdletters, aan de slag met het schrappen van in haar ogen overbodige regels en vergunningen en pakte daarbij ook het verplicht inbouwen van nestkasten bij nieuwbouw mee. Die nestkasten zijn bedoeld voor huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen, allemaal dieren waar het slecht mee gaat. Dat vinden wij onverstandig, en dat vinden bouwbedrijven ook. De bouwbranche zegt in een brandbrief aan de minister: "We snappen dat u regels wilt vereenvoudigen, maar schrap de regel over nestkasten niet." Als er op rijksniveau ...

Mevrouw Van Langen-Visbeek i (BBB):

Ik heb twee vragen aan de heer Koffeman. Ten eerste. U zegt dat bouwbedrijven dit ook onverstandig vinden, maar zij kunnen toch vrijwillig die nestkastjes overal ophangen? Als ze dat onverstandig vinden, zou u hen kunnen oproepen om dat gewoon te doen. Dan hoeven we dat soort dingen niet in de wet te zetten.

Ik heb nog een tweede vraag. Ik ben zelf wethouder ruimtelijke ordening geweest. We gingen toen acht beneden-bovenwoningen bouwen, dus daar konden ongeveer 32 mensen wonen, 2 per woning. Maar daar zat één vleermuis, een watervleermuis; die zijn talrijk in West-Friesland. Toen moesten in een cirkel van 100 meter daaromheen tien vleermuiskasten komen. De omgevingsdienst moest kijken of die vleermuis ook echt in die kast ging. Dus al met al liep dat project ...

De voorzitter:

Dus wat is uw korte vraag, mevrouw Van Langen?

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Ik kom aan de vraag toe. Toen mocht er een jaar niet gesloopt worden, tot die vleermuis verhuisd was. Wat vindt u belangrijker in dit geval — daar ben ik benieuwd naar — die woningen voor 32 mensen of die ene watervleermuis, die daar zo talrijk zijn?

De heer Koffeman (PvdD):

Ik ben heel blij met deze twee vragen. In de eerste plaats is het zo dat vertegenwoordigers van Bouwend Nederland zeggen: natuurlijk zouden we dat vrijwillig kunnen doen, maar wij willen liever een algemene norm, zodat we allemaal weten waar we aan toe zijn. Dan kan het ook goedkoper worden toegepast, bijvoorbeeld in prefabwoningen. Op het moment dat het een landelijke norm is, weet iedereen waar ze aan toe zijn en welke kosten er gemaakt moeten worden. In dat geval zijn het zeer beperkte kosten. Als ze het vrijwillig doen, betekent het dat het niet gestandaardiseerd is en dus veel kostbaarder. Dus Bouwend Nederland zegt: alsjeblieft, zet die verplichting door. Dat is het antwoord op de eerste vraag.

Het antwoord op de tweede vraag, over die vleermuizen, is dat er op dit moment heel veel problemen zijn met bedrijven die isoleren en zeggen: wij moeten al die spouwmuren controleren op vleermuizen en op het moment dat er voldoende nestgelegenheid is voor die vleermuizen buiten de spouwmuren, kunnen we daarvan afzien. Dus ook daarvoor geldt dat de bescherming van de vleermuizen het voor Bouwend Nederland een stuk makkelijker gaat maken in plaats van moeilijker.

De voorzitter:

Tot slot, mevrouw Van Langen. Wilt u de andere microfoon gebruiken? Want u bent niet in beeld op deze manier. We gebruiken altijd die microfoon om de opponent en deze microfoon om de minister te bevragen, dus als u die wilt gebruiken, bent u goed in beeld. Ik geef u nog gelegenheid tot een korte vraag en dan gaan we weer door.

Mevrouw Van Langen-Visbeek (BBB):

Ik denk dat meneer Koffeman en ik hele verschillende ervaringen hebben met Bouwend Nederland.

De voorzitter:

Vervolgt u uw betoog, meneer Koffeman.

De heer Koffeman (PvdD):

Ik kom inderdaad met de vraag aan de minister om Bouwend Nederland te raadplegen om daar een eenduidige duiding van te krijgen. Als er op rijksniveau geen gestandaardiseerde regelgeving rond nestvoorzieningen komt, hebben we te maken met 342 gemeenten, die allemaal hun eigen regels, aantallen en afmetingen rond nestgelegenheden voorschrijven. Een meerderheid van de Tweede Kamer is het daarmee eens en vreest de gevolgen voor de biodiversiteit. Een motie om niet aan de nestkasten te komen werd daar op 17 december aangenomen. Gaat de minister die motie uitvoeren? Graag een reactie. Heeft de minister de indruk dat iemand van de betrokkenen voorstander is van het schrappen van de nestgelegenheid?

Er gaan gelukkig ook zaken goed. Onze fractie is verheugd dat deze minister werk maakt van hospitaverhuur. De minister geeft in de media aan dat er 900.000 alleenstaanden zijn met een woning van minimaal 90 vierkante meter en drie of meer kamers. Met een publiekscampagne worden zij op de mogelijkheid gewezen om een kamer ter beschikking te stellen aan een huurder. Kan de minister aangeven hoeveel kamers deze campagne al heeft opgeleverd? Is er een planning? Hoeveel kamers gaan er naar verwachting opgeleverd worden? Maakt de minister ook werk van de norm voor belastingvrij verhuren? Die norm wordt al snel overschreden en kan de aantrekkelijkheid van hospitaverhuur dus bemoeilijken. Hoe vorderen de gesprekken met de hypotheekverstrekkers, die vaak geen toestemming geven om een deel van de woning te verhuren? Graag een reactie.

Ook zagen we dat de minister bouwen op eigen erf voor de kinderen of grootouders vergunningvrij wil maken. Dat is een goede ontwikkeling, waar onze fractie al langer voor pleit. Betekent dit dat de tijdelijkheid van dit soort woningen wordt opgeheven en de mogelijkheid wordt geboden om de woningen onbeperkt beschikbaar te houden voor de woningvoorraad, zodat kapitaalvernietiging wordt voorkomen? Het zou heel jammer zijn als mensen een mantelzorgwoning bouwen en na afloop van de mantelzorgperiode het alleen nog als fietsenschuurtje kunnen gebruiken. De vraag aan de minister is dus: bent u bereid om maatregelen te nemen om die woningen tot de woningvoorraad te laten blijven behoren? Ik overweeg een motie op dit punt.

Voorzitter. Ik heb nog een aantal afsluitende vragen. Is de minister ook bereid om te kijken naar de royale expatregeling, die zorgt voor oneerlijke concurrentie op de woningmarkt, zeker in steden als Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Eindhoven? Zo nee, waarom niet?

Tot slot. Houdt de minister vast aan de eis dat twee derde van de nieuwe woningen betaalbaar moet zijn? Er komt geen extra geld bij. Hoe verwacht de minister die woningen dan te realiseren, in de wetenschap dat projectontwikkelaars verlies lijden op dit soort woningen en dus niet staan te trappelen om ze te bouwen? Hoe moeten gemeenten, die vaak al grote financiële problemen hebben en afstevenen op wat wel genoemd wordt "het ravijnjaar 2026", hieraan bijdragen? Graag een reactie.

Voorzitter, tot slot. Voorts zijn wij van mening dat er een einde moet komen aan de bio-industrie.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP.