Verslag van de vergadering van 18 februari 2025 (2024/2025 nr. 19)
Status: ongecorrigeerd
Aanvang: 16.26 uur
Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.
De heer Koffeman i (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik wil de minister hartelijk bedanken voor de beantwoording van onze vragen. Ik vind het fijn om te merken dat we het over lang niet alles oneens zijn. Ik noem met name de hospitaverhuur, het splitsen en de mantelzorgwoningen. Er zijn veel mogelijkheden om samen na te denken over de oplossing van problemen. Extra woningen creëren, zonder de overheidsbegroting daarmee te belasten, kan dus via woningsplitsing, het aantrekkelijker maken van hospitaverhuur en door het bouwen op eigen erf niet te beperken tot tijdelijke mantelzorgtoepassingen, maar op een manier waardoor kapitaalvernietiging blijvend voorkomen kan worden en de woningvoorraad budgetneutraal blijvend zou kunnen toenemen. Ik vind het fijn dat de minister daar actief naar op zoek is en daar ook mogelijkheden voor ziet. Om dat te ondersteunen wil ik graag de volgende motie indienen.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het kabinet voornemens is het bouwen op eigen erf ten behoeve van (pre-)mantelzorgwoningen te vergemakkelijken;
overwegende dat de huidige regelingen inhouden dat als in een bijgebouw een woning is gerealiseerd voor een mantelzorger, dat bijgebouw niet blijvend mag worden gebruikt voor bewoning als de mantelzorgsituatie beëindigd wordt;
verzoekt de regering te komen met een uniforme regeling waarin mantelzorgwoningen langdurig beschikbaar kunnen blijven voor de huisvesting van specifieke groepen ouderen en/of jongeren wanneer de mantelzorgsituatie beëindigd is,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Koffeman, Visseren-Hamakers, Nicolaï, Van Meenen, Van Aelst-den Uijl en Van Rooijen.
Zij krijgt letter E (36600-XXII).
De heer Koffeman (PvdD):
Voorzitter. De minister sprak in de eerste termijn waarderende woorden over mijn fractie: "Zo doet de Partij voor de Dieren dat." We pleiten inderdaad niet alleen voor woningen voor mensen, maar ook voor woningen voor dieren. De minister heeft ons al toegefluisterd — ik ben voorzichtig — dat ze in gesprek zal gaan met de sector om dieren huisvesting te bieden in utiliteitsgebouwen. Daar zijn wij heel blij mee. Maar we willen de minister vragen om tijdens die gesprekken met de sector ook te polsen of er in de sector belangstelling is om ook in nieuwbouwwoningen ruimte te maken voor inwoning door mussen, vleermuizen en gierzwaluwen. Ik wil daar graag de volgende motie over indienen. We zien die als ondersteuning van het beleid van de minister om huisvesting voor dieren te bevorderen.
De motie luidt als volgt.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er bij de bouwsector, gemeenten en natuurbeschermers behoefte lijkt te zijn aan op rijksniveau gestandaardiseerde regelgeving rond nestvoorzieningen voor vogels en vleermuizen;
overwegende dat de meerkosten voor nestvoorzieningen beperkt zijn en landelijke standaardisering middels het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) een sleutel naar kostenbesparing kan zijn;
verzoekt de regering om met relevante marktpartijen te overleggen over hun opvattingen ten aanzien van het weglaten van nestgelegenheden uit het Bbl, en binnen zes maanden de Kamer van de uitkomsten van die inventarisatie op de hoogte te stellen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Koffeman, Visseren-Hamakers, Nicolaï, Van Meenen en Van Aelst-den Uijl.
Zij krijgt letter F (36600-XXII).
De heer Koffeman (PvdD):
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Koffeman. Dan is het woord aan mevrouw Van Aelst namens de SP.