Plenair Van den Oetelaar bij voortzetting behandeling Begroting Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2025



Verslag van de vergadering van 25 maart 2025 (2024/2025 nr. 23)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 14.52 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van den Oetelaar i (FVD):

Dank u wel, voorzitter. Dank ook aan de minister en de staatssecretaris voor hun aanwezigheid.

Voorzitter. Forum voor Democratie staat pal voor kansrijk onderwijs, onderwijs dat onze leerlingen niet alleen voorziet van essentiële basisvaardigheden, maar hun bovenal leert hoe te denken in plaats van wat te denken. Sinds onze oprichting pleiten wij onvermoeibaar voor een vrije marktplaats van ideeën, waar uiteenlopende perspectieven ongehinderd met elkaar kunnen wedijveren. Wij koesteren echte diversiteit, een diversiteit van talenten en overtuigingen, waarbij iemands afkomst of persoonlijke connecties geen enkele rol spelen. Dit ideaal vormt samen met dankbaarheid voor de inspanningen van onze voorouders de kern van wat wij graag zouden zien als het gaat om onderwijs, cultuur en wetenschap.

Voorzitter. De realiteit dwingt ons echter tot een nuchtere constatering. Vooralsnog lijken bezuinigingen het hoogst haalbare. Toch zien we een bemoedigende ontwikkeling in de kritische herziening van subsidies voor bepaalde ideologisch gedreven activiteiten. Die verschuiving hielden wij lange tijd voor ondenkbaar. Onze complimenten voor deze stap gaan in het bijzonder uit naar de PVV.

Desondanks constateren wij dat deze begroting opnieuw fors stijgt ten opzichte van vorig jaar. Dat is een toename van maar liefst 2 miljard oftewel 3,7%. Deels kunnen wij instemmen met de incidentele middelen die deze stijging verklaren, zoals de compensatie voor de pechgeneratie, die financieel benadeeld is ten opzichte van hen die wel een basisbeurs hebben ontvangen. Daar staat echter een keerzijde tegenover, namelijk structurele financieringen voor thema's als kansengelijkheid en schoolmaaltijden. Dit roept bij ons ernstige twijfels op. Forum voor Democratie is ervan overtuigd dat het vergroten van kansen voor alle burgers en het garanderen van toegang tot voedsel efficiënter kan worden bereikt door middel van algemene lastenverlichting. Dit zou leiden tot lagere prijzen en meer besteedbaar inkomen, ook voor ouders, en zonder de bureaucratie die nu overheerst. In plaats daarvan zien we wederom een ingewikkeld stelsel van herverdeling van belastinggeld ontstaan.

Graag stel ik de minister hierover de volgende vragen. Is de minister niet met ons van mening dat het financieren van kansengelijkheid en schoolmaaltijden via de huidige weg, waarbij belastinggeld eerst moeizaam wordt geïnd, wat geld kost, en vervolgens naar dit ministerie wordt overgeheveld, wat ook weer geld kost, en dan logistiek naar scholen wordt gedistribueerd, wat ook weer geld kost, om uiteindelijk de beoogde kinderen te bereiken — nogmaals, ook dit kost weer geld — een buitengewoon inefficiënte route is? Is dit niet een onnodig omslachtige en kostbare manier om belastinggeld te herverdelen? Of dient dit wellicht een ander doel, zoals het van overheidswege sturen van wat leerlingen op school mogen eten, in lijn met de eiwittransitie van de SDG's? Ziet de minister hierin geen kansen om niet alleen de groei van deze begroting te temperen, maar zelfs substantiële besparingen te realiseren, zodat er meer geld overblijft voor kwalitatief beter onderwijs, bijvoorbeeld met kleinere klassen?

Wij erkennen dat deze begroting een voorzichtige stap in de goede richting zet met een anticiperende daling van kosten in de meerjarenbegroting. Toch delen wij de zorg, zoals reeds in deze Kamer geuit, dat de invloedrijke sectoren die nu met korting worden geconfronteerd, manieren zullen vinden om deze bezuiniging te omzeilen, waardoor er netto weinig verandert. Daarom is mijn slotvraag of de minister ons een realistisch perspectief kan bieden op een structurele en daadwerkelijke beteugeling door de voorgenomen bezuinigingen binnen deze begroting. Hierin zien wij een essentiële opdracht voor de komende periode.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van den Oetelaar. Dan is nu aan de beurt de heer Rietkerk.