Plenair Moonen bij behandeling Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2025



Verslag van de vergadering van 1 april 2025 (2024/2025 nr. 24)

Status: ongecorrigeerd

Aanvang: 17.08 uur

Een verslag met de status "ongecorrigeerd" is niet voor citaten en er kan geen recht aan ontleend worden.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Moonen i (D66):

Voorzitter. Vroeg of laat, en voor de meesten vroeg en laat, hebben we allemaal zorg nodig. Dan willen we graag allemaal kunnen rekenen op toegankelijke, betaalbare en goede zorg, of dat nou gaat om de kraamzorg, of om de jeugdverpleegkundige die jonge ouders ontlast, of om de huisarts in de buurt, of om de thuiszorg en de wijkverpleging, waardoor ouders en grootouders langer op hun vertrouwde plek kunnen blijven wonen. De jeugdverpleegkundige ziet hoe de hulp voor kwetsbare moeders verdwijnt, de ic-arts ziet hoe het beloofde geld voor meer ic-bedden en andere voorbereidingen op een nieuwe pandemie wordt geschrapt en de wijkverpleegkundige vraagt zich af hoe ze met minder geld meer zorg moet gaan leveren voor onze steeds oudere samenleving.

Voorzitter. Wij maken ons als fractie van D66 dan ook grote zorgen over deze begroting. Want in plaats van de zorg toekomstbestendig te maken, wordt er bezuinigd op preventie, op het voorbereid zijn op een pandemie en op de wijkverpleging. Het kabinet kiest hiermee voor kortermijnwinst, want de langetermijngevolgen hiervan zijn desastreus. Die gevolgen treffen niet alleen patiënten, verpleegkundigen, artsen en mantelzorgers, maar ons allemaal, want gezondheid is niet alleen een kwestie van individueel welzijn, maar ook een randvoorwaarde voor onze welvaart. Zieke mensen kunnen immers niet leren, niet werken en niet groeien.

Voorzitter. Ik ga wat dieper in op de preventie. Wie met zorgverleners spreekt, hoort vaak hetzelfde verhaal. Steeds vaker krijgen mensen een ziekte die eigenlijk voorkomen had kunnen worden, bijvoorbeeld diabetes type 2, hart- en vaatziekten en longproblemen door roken. Het gaat ook om steeds meer mensen. Gezond leven verkleint de kans op dat soort heftige chronische ziektes, die dus de rest van je leven geld blijven kosten. Dus een vroege aanpak van mentale of fysieke gezondheidsproblemen voorkomt lange en dure behandelingen voor de rest van je leven. Maar gezonde keuzes maken is moeilijk in een wereld die voortdurend probeert je tot ongezonde keuzes te verleiden. Dat wil ik ook wel antwoorden op mijn collega Van Aelst, van de SP, die aangaf dat hierin ook bezuinigingsmogelijkheden zitten. Denk bijvoorbeeld aan reclames voor verslavende ongezonde producten die je nog steeds om de oren vliegen. Met het Nationaal Preventieakkoord werd een basis gelegd voor die gezonde toekomst. De komende jaren moet er juist harder worden gelopen en moet er meer aan preventie worden gedaan in plaats van minder. Maar dit kabinet doet het tegenovergestelde van wat er in het Preventieakkoord is afgesproken. Althans, zo zien wij dat, want er wordt bezuinigd op preventie.

Er komt minder geld voor rookpreventieprogramma's, wat later dus tot veel gezondheidsschade kan leiden, terwijl roken nog steeds de grootste vermijdbare doodsoorzaak is. Ook vapes en andere tabaksproducten brengen die rookvrije generatie in 2040 juist verder uit zicht. Als de regering op dit punt toch met ambitieuze plannen komt, hoor ik dat graag, want ik heb eerder wel van de staatssecretaris begrepen dat hij graag iets gaat doen met die vapes. Dat heeft onze volle steun, maar daar hoor ik dan graag meer over bij de beantwoording.

Het kabinet bezuinigt op voorlichting over gezonde voeding, bijvoorbeeld door te bezuinigen op het Voedingscentrum. Het Voedingscentrum is opgericht om mensen tot die gezonde leef- en voedingsstijl te bewegen. Dat gebeurt terwijl nu al één op de vier kinderen op de basisschool overgewicht heeft en de helft van de volwassenen. Er wordt niet alleen dit jaar minder geld aan preventie besteed; het budget daalt de komende jaren gestaag en wordt binnen vijf jaar bijna gehalveerd — ik heb een aantal cijfers — van 1,8 miljard in 2024 naar 975 miljoen in 2029. Dat is een halvering van het geld voor preventie.

Voorzitter. Een ander thema dat ik even heel kort wil noemen, is de toename van het aantal verwarde mensen. Ik geef toe dat dat een ander onderwerp is. We zien wel een toename van het aantal verwarde mensen. Wat ik graag wil weten van de minister is het volgende. Dit raakt eigenlijk zowel Justitie en Veiligheid als Binnenlandse Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Maar juist omdat het meerdere ministeries raakt, loopt dit het risico tussen wal en schip te vallen. Geen minister lijkt zich hiervoor eerstverantwoordelijke te voelen. In de praktijk zien we nu dat er vaak pas actie genomen wordt als een verward persoon reeds iemand heeft verwond of soms zelfs heeft gedood op straat. Willekeurige mensen worden dan het slachtoffer van verwarde mensen. Mijn vraag aan de minister is of zij kan toezeggen dat er een plan van aanpak komt om de problematiek van verwarde personen op te lossen, in samenwerking met haar collega's van de ministeries van Justitie en Veiligheid, en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Voorzitter. Dan kom ik op mijn tweede onderwerp: de pandemische paraatheid. Veel collega's spraken daar ook al over. Onderdeel van de bezuinigingen op preventie zijn ook de bezuinigingen op die pandemische paraatheid. We hebben allemaal de coronapandemie meegemaakt. We willen die periode graag vergeten: de ic's die vollagen, ouders die niet bij de geboorte van het kind konden zijn, zorgpersoneel dat overwerkt raakte en kinderen die thuiszaten. Na corona waren we eigenlijk heel duidelijk en zeiden we: dit willen we nooit meer; laten we ons heel goed voorbereiden op een volgende pandemie. Er zijn plannen gemaakt. We hebben de heer Rouvoet hier ontvangen. We hebben mevrouw Koopmans hier gehad. We hadden hier een hele groep deskundigen, die allemaal zeiden: we waren vanuit de GGD, vanuit het RIVM, bezig om ons heel goed voor te bereiden op een volgende pandemie. Die gaat zeker komen. Daar zijn alle deskundigen het over eens. Ze weten alleen niet wanneer. En wat doet deze regering? Het geld dat eigenlijk beschikbaar was om deze instellingen zich zo goed mogelijk te laten voorbereiden, wordt weggehaald.

Dat is een hele onverstandige keuze, want dat betekent op de lange termijn als die pandemie zich voordoet, opnieuw onvoldoende ic-capaciteit, opnieuw onvoldoende beschermingsmiddelen, en opnieuw dat er te weinig is geïnvesteerd in virusonderzoek. Dit terwijl we weten dat dit een heel reëel risico is. Daar is echt iedereen het over eens. Toch kiest het kabinet ervoor het geld weg te halen dat bedoeld was om ons beter te beschermen, ouderen, kinderen, ons allemaal. Er wordt 300 miljoen weggehaald in 2029. Hoe ziet de minister deze bezuinigingen ook in het licht van beslissingen van andere landen? We zijn namelijk niet het enige land in de wereld dat erop bezuinigd; andere landen om ons heen doen dat ook. Dat maakt de risico's op zo'n pandemie en de verspreiding ervan alleen maar groter. Kan de minister toezeggen dat er een heldere structuur wordt opgericht? Daar sprak onder anderen mevrouw Koopmans ook over. Er is een structuur nodig, waaruit een verbinding tot stand komt tussen het veiligheidsdomein — de veiligheidsdriehoek van burgemeester, politie en brandweer — en het zorgdomein. Want dat zijn nu veel te veel gescheiden werelden. Die verbinding is belangrijk, om heel snel bij een infectieziekte te kunnen opereren en te kunnen opschalen, met als doelstelling om vlot en adequaat op een toekomstige pandemie te kunnen reageren en om te voorkomen dat deze zich verder verspreidt. Dus graag een toezegging hierover van de minister.

Voorzitter. Dan kom ik bij mijn laatste onderwerp — en bijna alle collega's spraken daarover: de wijkverpleging. Zoals mijn ouders zijn er heel veel mensen. Mijn ouders hebben tot hun 95ste in hun eigen boerderij kunnen wonen in het dorp Tungelroy. Dat kon, omdat ze naast thuiszorg ook wijkverpleging kregen. De wijkverpleging doet dan de medische handelingen en de thuiszorg doet de niet-medische handelingen. Die maakt een gezellig praatje, die komt een keer langs om te kijken of alles goed gaat. De combinatie van die twee maakt het mogelijk dat je veel langer thuis kan blijven wonen. Dat is precies wat de meeste mensen willen. Laat dat nou ook de meest voordelige oplossing zijn. Niet zo heel vaak is datgene wat we allemaal het liefst willen, ook nog het voordeligst. Hoe mooi kun je het hebben? Dat systeem van thuiszorg en wijkverpleegkundige hebben we in Nederland. Dat zouden we dus juist moeten stimuleren, zeker als je kijkt naar de demografische ontwikkelingen, want we krijgen steeds meer ouderen. We staan aan de vooravond van een enorme behoefte en vraag hiernaar. Hoe mooi is het dat je kunt blijven wonen in die eigen omgeving? Dat is de hartenwens van bijna alle ouderen in Nederland.

Nou schrijft de minister in haar beantwoording dat ze niet bezuinigt, maar het verschil tussen de raming en de realisatie eraf haalt. Dat heeft ze meerjarig laten zien. Maar dat vind ik toch iets te gemakkelijk. Want als je kijkt naar de behoefte en de vraag in de samenleving en naar die oudere mensen die zo graag thuis willen blijven wonen, zou ik zeggen: zorg dat je dat geld niet over hebt, maar dat het wordt besteed. Hier is namelijk heel veel vraag naar, en dat geld moet worden besteed aan het verlenen van wijkverpleegkundige zorg aan die ouderen die zo graag thuis willen blijven wonen. Maar dat kan alleen als er ook genoeg wijkverpleegkundigen zijn. En hierover gaat mijn volgende vraag. Kan de minister toezeggen dat zij start met een actieve wervingscampagne om ervoor te zorgen dat veel meer wijkverpleegkundigen worden opgeleid en ook kiezen voor dit prachtige beroep? Ik heb veel wijkverpleegkundigen ontmoet bij mijn eigen ouders. Zij vinden vaak dat ze het mooiste beroep van de wereld hebben. En dat is natuurlijk ook zo. Hoe mooi is het dat je van huis naar huis, van boerderij naar boerderij kunt gaan en die zorg daar ter plekke kan verlenen? Mijn oproep aan de minister is dus om dat overtollige geld niet weg te halen maar om in plaats daarvan met ambitie te spreken over die wijkverpleging en er alles aan te doen om het geld in te zetten voor een actieve campagne, gericht op meisjes maar ook op jongens, zodat zij dit mooie beroep kiezen en de hartenwens van heel veel Nederlanders mogelijk maken om zo lang mogelijk gezond en veilig thuis te kunnen blijven wonen.

Ik wacht graag de beantwoording af.

Ik wacht graag de beantwoording af. Ik heb dus om drie toezeggingen gevraagd: over verwarde personen, over pandemische paraatheid en over de wijkverpleegkundigen. Ik ga ervan uit … De minister heeft een hart voor zorg, zo heb ik ook gemerkt tijdens de persoonlijke kennismaking. Ik heb dus een positieve verwachting over deze toezeggingen. Mocht die toch niet worden waargemaakt, dan ga ik een en ander omzetten in moties en dan hoop ik op steun van mijn collega's voor het pleidooi dat ik hier heb gehouden.

De voorzitter:

Ik dank u wel, mevrouw Moonen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Perin-Gopie, die eigenlijk als vierde spreker stond ingeschreven. Maar door een fout van mijn kant — ik heb cijfers omgewisseld — is de volgorde gewijzigd. Nu alsnog mevrouw Perin-Gopie van de fractie van Volt.