De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Koole (PvdA), toe dat de uitkomsten van het kwantitatief onderzoek, over de vraag in hoeverre men tegen discriminatie en racisme aanloopt binnen de rijksoverheid, worden gedeeld met de Kamer.
Nummer | T03545 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 20 december 2022 |
Deadline | 1 juli 2024 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Prof.dr. R.A. Koole (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | discriminatie Gelijk recht doen racisme rapportage Rijk |
Kamerstukken | Initiatiefvoorstel-Hammelburg, Bromet en De Hoop Handicap en seksuele gerichtheid als non-discriminatiegrond (35.741) |
Handelingen I 2022-2023, nr. 14, item 3 - blz. 22
De heer Koole (PvdA)
(…)
“Voorzitter, tot slot. Het non-discriminatiebeginsel in het eerste artikel van de Grondwet vindt de PvdA, net als hopelijk vele anderen, van groot belang, ook om zo'n symbolische reden. Maar daarnaast moet er in de praktijk nog veel veranderen. Nu hebben we reeds een nationaal coördinator tegen racisme; ik noemde 'm al even. Er is ook een College voor de Rechten van de Mens. De Nationale ombudsman laat zich geregeld uit over gevallen van discriminatie. Deze Kamer heeft in juni dit jaar het rapport Gelijk recht doen gepubliceerd over mogelijkheden om discriminatie tegen te gaan; de heer Talsma had het er ook al over. Op verzoek van de Tweede Kamer — de motie-Asscher cum suis — is inmiddels een staatscommissie tegen discriminatie en racisme onder voorzitterschap van oud-collega Joyce Sylvester ingesteld, die voor mei 2026 haar eindrapport zal uitbrengen. Kan de minister aangeven wanneer wij een eerste tussenrapport van die staatscommissie kunnen verwachten? Hoe denkt de regering de rapportages van de verschillende commissies en instituties om te gaan zetten in concreet beleid? Natuurlijk, die rapportages moeten worden afgewacht, maar er is al veel informatie beschikbaar. Hoe gaat de regering om met de uitkomsten van reeds verricht en toekomstig onderzoek? Wordt het niet eens tijd voor een speciale bewindspersoon voor antidiscriminatiebeleid, misschien in combinatie met rechtsbescherming, die concreet handen en voeten geeft aan de vele aanbevelingen die er zijn en nog komen en die daarmee recht doet aan artikel 1 van de Grondwet, zo vraag ik zowel de regering als de indieners. Wat vinden zij van het idee dat ook andere ministeries dan dat van Buitenlandse Zaken en ook gemeenten op structurele basis zouden moeten nagaan in hoeverre binnen de eigen gelederen sprake is van discriminatie en daarover verslag zouden moeten doen, bijvoorbeeld in hun jaarverslagen?”
Handelingen I 2022-2023, nr. 14, item 25 - blz. 19
Minister Bruins Slot:
(…)
“Terecht vroeg de heer Koole aandacht voor het belang om jaarlijks te rapporteren over de aanpak van discriminatie, niet alleen door ministeries, maar ook door gemeenten. Ik heb begin deze maand aan alle gemeenten een brief gestuurd waarin ik hun oproep om antidiscriminatiebeleid te ontwikkelen. Het is natuurlijk aan henzelf, gezien hun autonome huishouding, om passend beleid te maken, maar ik heb wel een aantal handreikingen meegestuurd om dat voor hen te vergemakkelijken. Ook heb ik gewezen op het belang van de antidiscriminatievoorzieningen en op het feit dat zij een heel goede partner zijn, juist bij de ontwikkeling van het gemeentelijk beleid.
Als het gaat om antidiscriminatiebeleid bij het Rijk is het heel erg van belang — dat ben ik eens met de heer Koole — dat we steeds weer goed in beeld brengen waar discriminatie in de organisatie zit. Dat maakt ook dat ik jaarlijks een personeelsenquête Rijk ga doen, waarin precies naar dit soort aspecten gevraagd kan worden. Ik zal ook de Tweede Kamer daarover informeren.”
De heer Koole (PvdA):
“Ik ben blij dat de minister de gemeenten oproept om, natuurlijk met behoud van de autonome positie van de gemeenten, op dit punt stappen te zetten en dat zij de gemeenten eventueel wil faciliteren. Tegelijkertijd zegt de minister dat op rijksniveau een enquête zal worden gehouden. Is dat vergelijkbaar met het onderzoek dat is gedaan bij Buitenlandse Zaken? Dat was eerst een verkennend onderzoek, en ik begrijp dat er nog een vervolgonderzoek komt. Is het idee dat dit nu op alle ministerie wordt uitgerold, of moet ik aan iets anders denken?”
Minister Bruins Slot:
“Het onderzoek dat ik bedoel, is echt een kwantitatief onderzoek over de rijksoverheid heen over de vraag in hoeverre men tegen discriminatie en racisme aanloopt. Daar wordt verder op doorgevraagd. Daarover wordt gerapporteerd aan de Kamer.”
De heer Koole (PvdA):
“Zou die rapportage dan uiteindelijk ook bij deze Kamer terecht kunnen komen?”
Minister Bruins Slot:
“Als dat het verzoek is, dan kan ik er altijd voor zorgen dat de cijfers in afschrift ook bij deze Kamer terechtkomen.”
De voorzitter:
“Dank u voor deze toezegging.”
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2022/2023, nr. 14, item 25
-
behandeling Verslag EK 2022/2023, nr. 14, item 3
-
28 mei 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
15 mei 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
26 maart 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
12 maart 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
27 februari 2024
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
9 februari 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
5 december 2023
nieuwe deadline: 1 juli 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 november 2023
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
EK 36.410 VII / 36.410 IV, C
-
-
13 juni 2023
nieuwe commissie: commissie voor Binnenlandse Zaken (BIZA) -
13 juni 2023
commissie vervallen: commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) -
20 december 2022
toezegging gedaan