T02047

Toezegging Agenda Stad (33.659)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Meijer (SP) en De Boer (GroenLinks), toe een Agenda Stad te ontwikkelen, waarin ook de in de motie-Meijer c.s. (33659, J) genoemde knelpunten worden meegenomen. 


Kerngegevens

Nummer T02047
Status voldaan
Datum toezegging 16 december 2014
Deadline 1 juli 2015
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden Mr.drs. M.M. de Boer (GroenLinks)
Drs. E.Th.M. Meijer (SP)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Agenda
grote steden
plusregio's
Kamerstukken Afschaffing van de plusregio’s (33.659)


Uit de stukken

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 2 - blz. 7

De heer Meijer (SP): Heeft de minister een visie op de toekomst van het bestuur van de grootstedelijke agglomeraties?

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 10 - blz. 1

Minister Plasterk: De laatste vraag, dacht ik, is ook van de heer Meijer. Hij vroeg naar mijn visie op de toekomst van het bestuur van de grootstedelijke agglomeraties. Ik ben blij dat de heer Meijer die vraag heeft gesteld, want vandaag praten we over juridische structuren en we hebben hier al vaker gepraat over indelings- en herindelingskwesties, maar er ligt een veel grotere agenda voor op het gebied van grootstedelijke agglomeraties. Ik heb al eerder gemeld dat ik in het kader van de ontwikkeling van de Agenda Stad in 2015 als coördinerend minister op dat terrein wil komen met een aansprekende agenda voor het versterken van de economie en het leven en welzijn in de grote steden. Dat begrip grote stad neem ik ruim, want als je het van een afstand bekijkt is Nederland eigenlijk één groot verstedelijkt gebied. Ik zal daar een voorzet voor doen. Overigens ga ik daarover in detail nog in discussie met de gemeenten. Die hebben er een grote rol in. Dat doe ik ook met andere maatschappelijke partners: het bedrijfsleven en andere organisaties die zich daarbij willen voegen. Ook bij het voorzitterschap van Europa volgend jaar zal de Urban Agenda wat mij betreft een van de terreinen zijn waar we grote aandacht aan zullen besteden. Ik hoop op dit onderwerp nog terug te komen in gesprek met deze Kamer. Ik denk dat ik hiermee de vragen heb beantwoord.

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 10 - blz. 2-3

De heer Meijer (SP): Mijn fractie zou eventueel kunnen instemmen met dit wetsvoorstel, als ze het vertrouwen heeft dat de regering voortwerkt aan het oplossen van agglomeratieproblemen, het wegnemen van nodeloze conflicten en de democratische controle daarop. De minister heeft alleen op een deel van het eerste punt een toezegging gedaan die ik waardeer. Ik weet dat de minister niet blij wordt als de Kamer hem om een visie vraagt. Toch denk ik dat juist in dit geval een visie op de toekomst noodzakelijk is. Anders gaat alles wat er in de afgelopen 50 jaar is gebeurd, zich weer herhalen. Ik denk dat het een steun voor de minister is als de Kamer zich uitspreekt over de wenselijkheid van een samenhangende toekomstoplossing. Daarom zal ik de vanochtend aangekondigde motie nu indienen.

De voorzitter: Door de leden Meijer, De Boer, Kox, Ruers, Gerkens, Elzinga en Quik-Schuijt wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat grote steden en agglomeraties in en buiten Nederland in toenemende mate aandacht vragen voor de belangrijke economische en culturele rol die zij spelen;

overwegende dat sinds 1965 voortdurend plannen zijn ontwikkeld voor en is geëxperimenteerd met bestuursconstructies waarin grote steden en hun omgeving gezamenlijk grensoverschrijdende gemeentelijke taken en in een aantal gevallen ook een deel van de provinciale taken uitvoeren, vanuit de verwachting dat dit zal leiden tot een betere kwaliteit van bestuur;

overwegende dat de gemeenten die tot nu toe samenwerken in de plusregio's Rotterdam-Rijnmond en Haaglanden het voornemen hebben om met ingang van 2015 naast de vervoerregio een nieuwe tussenbestuurslaag te vormen onder de verzamelnaam "Metropoolregio Rotterdam-Den Haag";

verzoekt de regering om een visie te ontwikkelen met betrekking tot:

de wijze waarop in de grote stedelijke agglomeraties bestuurlijke conflicten tussen gemeente, provincie, WGR-samenwerkingsverbanden en eventuele vervoersregio's vermeden kunnen worden;

de wijze waarop ook in de toekomst de in eerdere wetten en experimenten beoogde kwalitatief goede oplossingen van grootstedelijke vraagstukken kunnen worden bevorderd;

de wijze waarop democratische controle door de kiezers kan plaatsvinden op het ten behoeve van de agglomeratie gevoerde beleid,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter J (33659).

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 10 - blz. 4-5

Minister Plasterk: In het kader van een visie op de toekomst heb ik toegezegd om te komen met een Agenda Stad. Onderdeel daarvan kunnen ook de bestuurlijke knelpunten zijn die men tegenkomt. Die toezegging staat dus. De motie gaat verder dan dat en lijkt in die zin enigszins op de eerdere twee moties-Vliegenthart, die vroegen om een visie op het binnenlands bestuur. Die staat allereerst, kort samengevat, in het regeerakkoord en heb ik op verzoek van de SP-fractie tot tweemaal toe nader uitgewerkt in een vuistdik rapport. Dat heeft toen overigens niet geleid tot steun van de SP-fractie voor de concrete wetsvoorstellen. Echter, op het punt dat vandaag voorligt, hoop ik zeker op steun van de SP-fractie. Ik zeg ook toe dat wij op datgene wat hier de crux is, namelijk de bestuurlijke consequenties van het belang van de grote steden, terug zullen komen in het kader van de Agenda Stad. Ik hoop dat de heer Meijer met die toezegging zal kunnen leven. Daar zou ik het wat mij betreft ook bij willen laten.

(...)

Mevrouw De Boer (GroenLinks): Ik hoorde de minister in zijn advies over de motie zeggen dat hij geen apart visiestuk wil. In de motie van de heer Meijer worden drie punten genoemd waarop een visie wordt gevraagd. Zijn dat punten die meegenomen kunnen worden in de Agenda Stad? Kan de minister toezeggen dat er in de Agenda Stad aandacht aan besteed kan worden?

Minister Plasterk: Ja. Waar uit de knelpunten rond het belang van de stad voortvloeit dat er opnieuw moet worden gekeken naar bijvoorbeeld conflicten met de provincie of Wgr-samenwerkingsverbanden, dan kan het in die context aan de orde komen. Wat ik niet zou willen, en ik hoop op enig begrip daarvoor, is ten derden male een visiestuk over middenbestuur schrijven. Als er bestuurlijke knelpunten aan de orde komen in het kader van de Agenda Stad, dan kunnen we die natuurlijk vol signaleren.

(...)

Handelingen I 2014-2015, nr. 14, item 16 - blz. 1

De heer Meijer (SP): Voorzitter. In mijn eerste termijn heb ik aangegeven dat de SP-fractie nooit een bewonderaar is geweest van het model plusregio's en dat we er dus begrip voor hebben als de regering daarin verandering wil brengen. In mijn tweede termijn heb ik aangegeven dat mijn fractie voor dit wetsvoorstel zou kunnen stemmen op het moment dat we de zekerheid hebben dat de na de opheffing te verwachten veelheid van problemen serieus wordt opgelost. De minister heeft een Agenda Stad aangekondigd. In antwoord op mijn tweede termijn en op een interruptie van GroenLinks heeft hij bevestigd dat de zaken die in mijn motie worden gevraagd daarbij een rol zouden kunnen spelen, maar echte harde duidelijkheid heeft hij daarbij niet geschapen. Ik interpreteer zijn antwoord als welwillendheid zonder zekerheid. Misschien levert die toekomstige Agenda Stad mettertijd iets op wat mijn fractie op dat moment zou kunnen overtuigen van de wenselijkheid om voor te stemmen. Zo ver is het nu voorlopig nog niet. Dat brengt ons ertoe om op dit moment onze steun aan dit wetsvoorstel te onthouden. Ik stel voor om mijn motie aan te houden tot na de Agenda Stad, het moment waarop zal blijken wat de regering gaat bijdragen aan de oplossing van de problemen die na de opheffing van de plusregio's zullen voortbestaan.


Brondocumenten


Historie