De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Ballekom (VVD), toe om zo mogelijk vlak voor het debat over de Staat van de Unie terug te komen op de mogelijkheid van alternatieve reacties voor inbreukprocedures bij rechtsstaatschendingen door lidstaten.
Nummer | T03409 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 8 februari 2022 |
Deadline | 1 januari 2023 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Buitenlandse Zaken |
Kamerleden | F. Karimi (GroenLinks-PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) commissie voor Europese Zaken (EUZA) commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | rechtsstaatschending |
Kamerstukken | EU en de rechtsstaat (35.295) |
Handelingen I 2021-2022, nr. 16, item 11 - blz. 13
Minister Hoekstra:
Dat brengt mij bij de infractieprocedures. Met name de heer Van Ballekom heeft daar uitgebreid bij stilgestaan, maar ook anderen. Het is goed om even te schetsen wat de loop der dingen in de afgelopen periode is geweest, om ook aan te geven waar er wel en geen handelingsperspectief ligt. Het EU-Hof heeft afgelopen zomer uitspraak gedaan over het Poolse tuchtregime. Dat is een discussie die wij dagelijks in de krant zien terugkomen. Op 14 juli legde het EU-Hof op verzoek van de Commissie voorlopige maatregelen op in die lopende zaak. Op 22 december van het afgelopen jaar is de Commissie een inbreukprocedure gestart om die uitspraak van het Pools Constitutioneel Tribunaal inzake de voorrangskwestie te adresseren. De laatste stand rond Hongarije is dat de Commissie op 2 december een nieuwe stap heeft gezet, namelijk een officieel verzoek aan Hongarije om aan het Unierecht te voldoen. Dat even ten aanzien van de actualiteit. Die discussies lopen nog.
De heer Van Ballekom vroeg: het is een lange procedure, zouden we die kunnen inkorten? Mijn vermoeden is dat dit in ieder geval niet mogelijk is voor de lopende procedures. Ik heb zijn vraag ook zo begrepen: zou je er nou in de toekomst iets aan kunnen doen? Ik heb daar eigenlijk een soortgelijk antwoord op als het antwoord dat ik net op de vraag over artikel 7 heb gegeven. Ik denk zelf, met de heer Van Ballekom, dat dat echt goed zou zijn en dat er een enorme toegevoegde waarde in zou zitten als je daar meer lik op stuk zou kunnen geven. Dat geeft veel sneller duidelijkheid en biedt ook mogelijkheden voor de burgers, waar mevrouw Karimi zich net in verplaatste. Wat vinden de burgers ervan? Wat vinden de inwoners van ons land, maar ook van andere landen ervan? En krijgen zij mee welke dingen welke consequenties hebben? Ik ga me daar graag voor inzetten. Ik zou willen proberen — want we moeten dat allemaal wel onderzoeken, dus laat ik uitkijken dat ik niet al te veel toezeg — om daar vlak voor het debat over de Staat van de Unie op terug te komen. Dat zou dan weleens een tussenstap kunnen zijn, maar dan kunnen we het daar in ieder geval hernemen.
Brondocumenten
-
voortzetting debat over rechtsstatelijkheid, grondrechten en democratie in de Europese Unie Verslag EK 2021/2022, nr. 16, item 11
-
12 juli 2022
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
6 juli 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
8 februari 2022
toezegging gedaan