T03357

Toezegging Amendementsrecht (35.979)



De minister van VWS zal, naar aanleiding van een vraag van het lid Nicolaï (PvdD), de bewindspersonen van BZK en JenV verzoeken de Kamer schriftelijk te informeren over het amendementsrecht in relatie tot de grondwetsgeschiedenis.


Kerngegevens

Nummer T03357
Status voldaan
Datum toezegging 21 februari 2022
Deadline 1 juli 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister van Justitie en Veiligheid
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden prof. mr. P. Nicolaï (PvdD)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen amendementen
recht van amendement
staatsrecht
Kamerstukken Wet wijziging verlengingssystematiek en goedkeuring vierde verlenging geldingsduur Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (35.979)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 6, p. 8

Minister Kuipers:

Dan kom ik op de vraag van de heer Nicolaï: de minister acht het kennelijk mogelijk om het recht van amendement te gebruiken om een andere wet te wijzigen; kan hij aangeven op welke passages uit de grondwetsgeschiedenis hij zich beroept? Even ter inleiding. De heer Nicolaï ging uitgebreid in op de reikwijdte van het recht van amendement van de Tweede Kamer. Ik stel voorop, en ik vraag er begrip voor van de heer Nicolaï, dat ik als vakminister van VWS niet de meest geëigende bewindspersoon ben om hierover, staatrechtelijke verandering, discussie te voeren. Dat is bij uitstek het domein van mijn collega's voor Rechtsbescherming en van BZK. In de nota naar aanleiding van het verslag heb ik enkele vragen hierover beantwoord. Dat gaat dan onder andere over de vraag over de heer Nicolaï naar de grondwetsgeschiedenis. Men geeft mij aan dat nergens in die parlementaire geschiedenis iets te vinden is wat steun biedt voor de redenering van de heer Nicolaï dat er beperkingen zijn aan het amendementsrecht.

De heer Nicolaï (PvdD):

Ik ben het met de minister eens dat we nu niet met hem een staatsrechtelijke discussie moeten voeren. Mijn vraag was ook, en daar komt u waarschijnlijk nog op, of dan misschien die discussie in een brief of iets anders nog een keer zou kunnen worden voortgezet. Want het is wel zo dat ik een antwoord heb gekregen van deze minister, en dat antwoord is naar mijn gevoel redelijk hard. Ik vraag me dan af of daar, bij wijze van spreken, met Grondwetszaken over is gediscussieerd enzovoort. Ik wil dat eigenlijk nog een beetje openhouden, want in mijn idee moeten we niet een precedent scheppen omdat nu in de nota naar aanleiding van het verslag een zin is gekomen die eigenlijk de hele wetgeving en alles betreft. Dus dat was een beetje mijn punt.

En het tweede is dat de suggestie in het antwoord was dat uit de geschiedenis van de Grondwet eigenlijk kon worden afgeleid dat ik geen gelijk had. Maar wat de minister nu zegt, is: nee, er kan eigenlijk niks uit worden afgeleid. Nou, dat was ook precies mijn idee, en van mijn hooggeleerde vrienden ook: je kan er helemaal niks uit afleiden. Dat was ook waarom ik u als juridische leek de tekst nog even heb voorgelezen. En ik ben nog steeds benieuwd naar wat u van die tekst vindt.

Minister Kuipers:

Ik wil daar graag in een schriftelijke respons op terugkomen, met dank voor het begrip van de heer Nicolaï.

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 6, p. 19

De heer Nicolaï (PvdD):

Ik dank de minister voor de beantwoording. Ik wil nog even checken of ik het bij de kwestie van de amendering en de gevolgen daarvan goed begrepen heb dat de minister zegt: als daar behoefte aan is, zorg ik ervoor dat daar nog eens wat dieper op wordt ingegaan. Ik neem aan dat dan niet de medicus dat voor zijn rekening neemt, maar dat dat waarschijnlijk bij BZK terechtkomt. Ik hoor graag even precies hoe het zit. Ik had een motie voorbereid, maar als dat zo is, hoeft die niet te worden ingediend.

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 6, p. 22

Minister Kuipers:

Dan de vraag van de heer Nicolaï. Ja, het klopt. Ik speel 'm heel graag door naar mijn collega's van BZK en JenV met het verzoek of zij daar separaat op willen antwoorden.


Brondocumenten


Historie