T01590

Toezegging Anticiperen op totstandkoming wetgeving (32701, I)



Naar aanleiding van de uitspraak van het gerechtshof 's-Gravenhage van 5 juni 2012 over het ontbreken van overgangsrecht in het wetsvoorstel Intrekking Wet werk en inkomen kunstenaars (32701) zegt de staatssecretaris van SZW toe er bij toekomstige wetgevingstrajecten rekening mee te houden dat vooraankondiging gedurende de parlementaire behandeling geen reden kan zijn om een overgangsmaatregel achterwege te laten.


Kerngegevens

Nummer T01590
Status afgevoerd
Datum toezegging 24 september 2012
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
Soort activiteit Brief
Categorie legisprudentie
Onderwerpen overgangsregeling
parlementaire behandeling
vooraankondiging
Kamerstukken Intrekking van de Wet werk en inkomen kunstenaars (32.701)


Uit de stukken

Kamerstukken I 2012/13, 32701, I, p. 3

Conclusie:

Ieder afzonderlijk wetgevingstraject vergt een afzonderlijke afweging met betrekking tot de eventuele noodzaak van overgangsrecht. [...] Voor wat betreft het overgangsrecht biedt voornoemd proces niettemin op een aantal aspecten meer duidelijkheid.

Voorzienbaarheid:

Het argument dat de intrekking van de WWIK al geruime tijd voorzienbaar was heeft het hof niet overtuigd, nu tot op het eind van de parlementaire behandeling gediscussieerd werd over het treffen van een overgangsmaatregel. Onder deze omstandigheden hoefden de kunstenaars naar het oordeel van het hof niet reeds voordat het wetsvoorstel was aangenomen op de ongewijzigde totstandkoming daarvan te anticiperen. Gelet op de uitspraak dient er bij volgende wetgevingstrajecten rekening mee te worden gehouden dat vooraankondiging gedurende de parlementaire behandeling geen reden kan zijn om een overgangsmaatregel achterwege te laten.


Brondocumenten


Historie