De Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Kuiper (ChristenUnie), toe na te gaan of de regering het niet alleen met de pledges, maar ook met de uitvoering, als het gaat om bijdragen aan multilaterale organisaties, op een zodanige manier kan verdelen dat maximale beleidsruimte wordt behouden.
Nummer | T01346 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 5 april 2011 |
Deadline | 1 januari 2012 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Buitenlandse Zaken |
Kamerleden | prof. dr. R. Kuiper (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | beleidsruimte ontwikkelingssamenwerking |
Kamerstukken | Begrotingsstaten Buitenlandse Zaken 2011 (32.500 V) |
Handelingen I 2010-2011, nr. 23, item 8, blz. 48
De heer Kuiper (ChristenUnie):
In de bijdragen van de verschillende Kamerleden ging het concreet om de 50 mln. extra korting. Dat is door verschillende mensen hier naar voren gebracht. Het wegnemen van die extra korting zou al heel belangrijk zijn. Het blijft echter zo – daar heeft de staatssecretaris gelijk in – dat de bezuiniging fors is. Deze bezuiniging kun je afzetten tegen hetgeen wij blijven bijdragen aan multilaterale organen, zoals de Wereldbank. Daar blijven wij aan bijdragen en dat blijft een behoorlijk stevige bijdrage. Ik hoorde vandaag – ik meen in de antwoorden van de staatssecretaris op vragen die in de Tweede Kamer zijn gesteld – dat er 3% aan het IDA-fonds wordt bijgedragen. De omvang van het fonds stijgt echter, dus onze bijdrage in absolute geldbedragen neemt ook toe. Wij blijven daar vele miljoenen extra aan toevoegen, ook al blijft de procentuele bijdrage misschien gelijk. Ik vind het toch onevenwichtig dat er zo zwaar wordt bezuinigd op het medefinancieringskanaal en dat onze multilaterale bijdrage gewoon stijgt.
Staatssecretaris Knapen:
Ik moet even een paar dingen uit elkaar halen. Het klopt dat wij voor onze procentuele bijdrage aan de Wereldbank, die 3%, vanaf 2015 – daarover hebben we het immers bij IDA16 – niet veel maar wel iets meer gaan betalen dan wij deden, om onze aandelen in de Wereldbank gestalte te geven en recht te doen. Dat smeert zich over een aantal jaren uit en dat gaat in 2015 een rol spelen. IDA is echter slechts één element van al onze multilaterale inspanningen. Onze multilaterale inspanningen zijn alles bij elkaar een zesvoud van waar wij bij IDA over spreken. Van alle andere activiteiten hebben wij sommige op niveau weten te houden, maar bij andere zijn wij fiks omlaag gegaan. Bij organisaties als het World Population Fund, het UNDP of UNAIDS, waar wij vaak de op een na grootste donor van alle aangesloten landen waren, zijn wij stevig achteruitgegaan. Nu worden gegevens met betrekking tot IDA geëxtrapoleerd en vervolgens wordt de suggestie gewekt dat wij helemaal in de richting gaan van het ophogen van de bijdrage aan multilaterale kanalen. Dat moet ik ontkennen.
De heer Kuiper (ChristenUnie):
Welke mogelijkheden heeft de staatssecretaris om daar toch te werken met plafonds? Kan hij zeggen: beste vrienden, wij gaan het beperken? Dat doet hij namelijk ook voor de medefinanciering. Daarvoor zegt hij: we hebben plafonds, we spreken procenten af, we definiëren aandelenverhoudingen. Ik verzoek de staatssecretaris om dat ook hiervoor te doen. Ik weet wel dat hij hier te maken heeft met langjarige afspraken – dat zal zijn antwoord misschien wel zijn – maar hiervoor is ook beleidsvrijheid voor de Nederlandse regering, nietwaar?
Staatssecretaris Knapen:
Er is inderdaad sprake van langjarige beleidsafspraken en internationale verplichtingen. De mogelijkheden die wij zagen, hebben wij nu tot het uiterste benut. Met de kasschuiven proberen wij om de middelen zo uit te smeren, dat zij kunnen blijven functioneren, maar dat zij die van ons even niet nodig hebben; daar komt het op neer. Dat kan vanaf 2015 met het aandeel dat wij hebben afgesproken ook weer. Wij zullen zeker handelen in de geest van hetgeen de heer Kuiper nu zegt. Net als bij die andere zaken zullen wij nagaan of we het niet alleen met de pledges, maar ook met de uitvoering op een zodanige manier kunnen verdelen, dat wij maximale beleidsruimte houden. Feit blijft, dat we bij een aantal organisaties waar dat kon en waar dat kan, behoorlijk omlaag zijn gegaan. Dat hadden wij aangekondigd en in sommige gevallen hebben wij dat ook meteen gedaan. Wij zoeken dus wel degelijk mogelijkheden om te reduceren op het multilaterale terrein.
Brondocumenten
-
voortzetting beleidsdebat en stemming (zonder stemming aangenomen, aantekening GroenLinks) over de effectiviteit van ontwikkelingssamenwerking Handelingen EK 2010/2011, nr. 23/8, blz: 40-62
-
16 april 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koningin (BZK/AZ) op 9 april 2013
- voor kennisgeving aangenomen door de commissie voor Veiligheid en Justitie (V&J) op 2 juli 2013
EK, G
-
-
17 april 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De staatssecretaris heeft reeds toegezegd te zullen handelen in de geest van hetgeen de heer Kuiper opbracht. De Eerste Kamer wordt via de begroting van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over de beleidsruimte t.a.v. multilaterale kanalen. Voor de periode 2015 (IDA) is nog geen committering aangegaan.
De toezegging kan blijven staan voor volgende begrotingen.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
Wat betreft toezegging T01237 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 3 april 2012
EK, R
-
-
25 januari 2012
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
Wat betreft toezegging T01237 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 31 januari 2012
Voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Europese Samenwerkingsorganisaties op 7 februari 2012
EK, G
-
-
5 april 2011
nieuwe status: openstaand -
5 april 2011
toezegging gedaan