T01678

Toezegging Besluit inwerkingtreding wet verbod pelsdierhouderij (30.826/32.369/33.076)



De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Koffeman (PvdD) en Faber-van de Klashorst (PVV) toe dat, wanneer het wetsvoorstel door de Eerste Kamer wordt aangenomen, het kabinet snel een besluit zal nemen over de inwerkingtreding van het wetsvoorstel.


Kerngegevens

Nummer T01678
Status voldaan
Datum toezegging 11 december 2012
Verantwoordelijke(n) Minister van Economische Zaken (2012-2017)
Kamerleden M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV)
drs. N.K. Koffeman (PvdD)
Commissie commissie voor Economische Zaken (EZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen inwerkingtreding
Kamerstukken Novelle Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (33.076)
Novelle Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (32.369)
Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (30.826)


Uit de stukken

Handelingen I 2012-2013, nr. 11, item 8, blz. 57-59

De heer Koffeman (PvdD):

De minister zei al eerder dat hij het oordeel aan de Tweede Kamer en de Eerste Kamer laat. Kan hij iets zeggen over de weging die het kabinet geeft ingeval dit wetsvoorstel wordt aangenomen?

Minister Kamp:

Ik was van plan om daar iets over zeggen. Uit beleefdheid voor de heer Koffeman wil ik dat nu ook doen. Als leden in de Tweede Kamer een initiatiefwetsvoorstel indienen, dan moet eerst de Tweede Kamer en daarna de Eerste Kamer zich daarover uitlaten. Mij past de rol die ook door de heer Van Gerven is beschreven. Als er vragen zijn, zal ik daar graag op ingaan en informatie verschaffen. Als het wetsvoorstel eenmaal door de Tweede Kamer en de Eerste Kamer is behandeld en vervolgens op het bordje van het kabinet terechtkomt, zullen wij ons daarover beraden. Dan zullen wij ons eigen standpunt innemen. Daarbij speelt natuurlijk ook mee dat het niet gebruikelijk is om een aangenomen wetsvoorstel niet te bekrachtigen. Ik kan wel zeggen dat dit ongebruikelijk is. Dat element zullen wij ook meewegen.

(...)

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Als dit wetsvoorstel in deze Kamer wordt aangenomen, is de minister dan bereid om de wet zo snel mogelijk in werking te laten treden?

Minister Kamp:

Zoals ik al heb gezegd op de interruptie van de heer Koffeman, zal dit eerst in het kabinet worden besproken, indien gebeurt wat mevrouw Faber veronderstelt. Daarin zullen wij ons eigen standpunt innemen. Ik heb al wat overwegingen daarbij aangegeven. Wij zullen dat zeker niet voor ons uit schuiven. Het kabinet zal snel een besluitnemen. Als er eenmaal iets is besloten in de Tweede ende Eerste Kamer en het kabinet heeft dit bekrachtigd, dan is het mijn taak om dit snel, zo doeltreffend mogelijk en geheel in de geest van de wet uit te voeren.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Moeten wij hieruit concluderen dat dit niet binnen twee weken in de Staatscourant komt?

Minister Kamp:

Er gaat enige tijd overheen voor de wet echt van kracht zal worden. Als het besluit in de Eerste Kamer wordt genomen zoals mevrouw Faber veronderstelt en als vervolgens het kabinet in dezelfde geest besluit, zal ik op geenenkele wijze vertraging nastreven. Ik zal proberen dit zo snel mogelijk af te wikkelen.


Brondocumenten


Historie