De minister van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van het lid De Grave (VVD), toe in de kabinetsreactie op het WRR-rapport 'Samenleving en financiële sector in evenwicht' ook voorstellen uit het IMF-rapport over het meer gelijk behandelen van eigen en vreemd vermogen te betrekken, dan wel de Eerste Kamer daarover apart per brief te informeren.
Nummer | T02395 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 22 november 2016 |
Deadline | 1 juli 2017 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Financiën |
Kamerleden | Mr. F.H.G. de Grave (VVD) |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | financiële sector Internationaal Monetair Fonds Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid |
Kamerstukken | Miljoenennota 2017 (34.550) |
Handelingen I 2016/2017, nr. 8, item 6, blz. 38
Minister Dijsselbloem:
[...]
Het WRR-rapport heeft over veel van deze thema's geschreven. De kabinetsreactie komt de komende weken naar de Kamer. Het kernleerstuk is dat de samenleving eigenlijk in vele opzichten te zeer afhankelijk is geworden van de financiële sector. Het gaat om grote risico's en het is de vraag is of die altijd door betrokkenen — dat kunnen instellingen zijn in de publieke sector, huishoudens of mkb'ers — kunnen worden begrepen en gedragen. Het is de vraag of wij die risico's niet moeten beperken, bijvoorbeeld door balansverkorting. Wij zullen daarop reageren. De WRR heeft een goed rapport geschreven met waardevolle aanbevelingen op tal van fronten, ook op het gebied van kapitaaleisen, van cultuur en gedrag, waardevolle elementen.
De heer De Grave (VVD):
Ik heb gevraagd of de minister bereid zou zijn om het IMF-rapport erbij te betrekken. Ik heb dat punt uitvoerig toegelicht, namelijk een andere behandeling van investeringen financieren met vreemd vermogen. In sommige landen is dat ingevoerd en dat leidt tot aanmerkelijke balansverkorting. Kan de minister toezeggen in de reactie op het WRR-rapport dit aspect uit het IMF-rapport van commentaar te voorzien?
Minister Dijsselbloem:
Ik denk dat het kan. Ik zeg het aarzelend. Wij gaan dat doen.
De heer De Grave (VVD):
Het lijkt wel erg met dit thema te maken te hebben. Het is een gezaghebbend rapport, dus het is misschien goed om dat een plek te geven. Ik zie de minister aarzelen?
Minister Dijsselbloem:
De kabinetsreactie is nagenoeg klaar. Hij is mijn bureau al gepasseerd en gaat nu ergens in het departement rond. Wij kijken hoe wij dat oplossen.
De heer De Grave (VVD):
Heel graag. Anders mag het ook in een separate brief.
Minister Dijsselbloem:
Zeker. Het gaat erom hoe wij vreemd en eigen vermogen behandelen. Het is de vraag waarom wij, als wij vinden dat er meer risicodragend vermogen in banken moet zijn, dat dan niet langs fiscale weg bevorderen. Die discussie is veel breder. Wij hebben dat geadresseerd en gezegd dat wij dat wilden doen in onze voorstellen voor een nieuw belastingstelsel. Laten we niet gaan zwartepieten, maar zoals u weet, hebben die voorstellen niet helemaal de eindstreep gehaald. In ons bredere belastingpakket zat dit thema. Naast de hervormingen in de IB-sfeer en in het lokale belastinggebied, zat ook het thema vreemd eigen vermogen erin. Die gedachten leven bij ons. De staatssecretaris en ik zijn daar voor. Je ziet dat verschillende Europese landen daarmee op verschillende manieren experimenteren. In de recente voorstellen van de Europese Commissie voor een gemeenschappelijke vennootschapsbelasting — wat je daar verder ook van vindt — zat dit element ook. Het is dus volop in beweging. Wij komen daar bij u op terug.
Kamerstukken I 2016-2017, 32 013, nr. 141, blz. 3
"Zoals toegezegd tijdens de financiële beschouwingen in de Eerste Kamer, zullen de Staatssecretaris van Financiën en ik de Eerste Kamer in een aparte brief nader informeren over het meer gelijk behandelen van eigen en vreemd vermogen. In het bijzonder zal in die brief worden ingegaan op de IMF-voorstellen en de voor- en nadelen die het kabinet daarbij ziet."
Brondocumenten
-
-
Voortzetting Algemene financiële beschouwingen Verslag EK 2016/2017, nr. 8, item 6
-
26 september 2017
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
19 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten: -
6 september 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
11 april 2017
nieuwe deadline: 1 juli 2017
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
22 november 2016
toezegging gedaan