T03681

Toezegging Brief tijdpad uitvoering wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen (36.352)



De staatssecretaris Toeslagen en Douane zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk (SGP), toe dat de Kamer een brief krijgt waarin het tijdpad omtrent de uitvoering van de wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen wordt uiteengezet.


Kerngegevens

Nummer T03681
Status voldaan
Datum toezegging 10 juli 2023
Deadline 1 januari 2024
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Toeslagen en Douane
Kamerleden P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen amendement-Leijten
toeslagen
toeslagenaffaire
Uitvoeringstoets
Kamerstukken Wet aanvullende regelingen hersteloperatie toeslagen (36.352)


Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 41, item 3 - blz. 28-29

De heer Schalk (SGP):

“Ik sta er nog een beetje op te kauwen, want wij zitten hier voor rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Als ik het goed begrijp heeft de staatssecretaris een wet aan ons voorgelegd waarvan ze nu zegt "ik kan hem niet uitvoeren", waarmee ze eigenlijk aan ons vraagt om iets te doen wat tegen onze natuur als Eerste Kamerleden in gaat. Ik heb zojuist in mijn tweede termijn gevraagd of de staatssecretaris voor morgen een overzicht kan geven van wat er gebeurt als wij deze wet morgen aanvaarden. Wat gebeurt er dan in de komende paar maanden? Wat gebeurt er als de staatssecretaris in december bij het Belastingplan met een aanvullende wetswijziging komt? Wat gebeurt er dan in de maanden daarna? Dan kunnen we in ieder geval overzien wat we achtereenvolgens te verwachten hebben. Nu horen we "dan kan ik in ieder geval nog even die groep bedienen" en "in januari of in het eerste kwartaal kan ik misschien die en die groep toch geld geven". Geef aan welke aspecten er allemaal moeten komen en op welke termijn. Dan weten we tenminste waar we eventueel ja tegen gaan zeggen. Is dat mogelijk?”

Staatssecretaris De Vries:

“Ik denk dat ik dat al op hoofdlijnen in de brief heb aangegeven. Het koninklijk besluit om de ex-partnerregeling in werking te laten treden ligt in concept klaar en kan, nadat de stemming is geweest, naar de Staatscourant gaan. Dan kunnen we in het derde kwartaal beginnen met de ex-partnerregeling en met de kindregeling, die daar annex mee is. Het was sowieso altijd al de bedoeling dat er later nog een KB zou komen voor de inwerkingtreding van de nabestaandenregeling. Volgens de oorspronkelijke planning, zo heeft men mij vanuit de organisatie laten weten, zou dat in het eerste kwartaal van 2024 kunnen. Ik heb u nu aangegeven dat de organisatie aangeeft dat, zoals het er nu voorstaat, het niet per eerste kwartaal van 2024 is. Ik kan u nog niet aangeven wanneer het dan wel is, dan moet ik echt die uitvoeringstoets hebben. Die gaan we zo snel mogelijk doen, maar de organisatie heeft daar echt even tijd voor nodig omdat het complex is. In de tussentijd … Dat is echt omdat er een groep is die ik graag wil kunnen helpen. Bijvoorbeeld die €30.000 zou ik al wel in het eerste kwartaal van 2024 kunnen doen. De organisatie is daarop ook ingericht omdat die €30.000 onderdeel uitmaakt van het oorspronkelijke voorstel. Dat is het tijdpad dat ik u kan geven. Volgens mij heb ik dat ook al wel in de brief geschetst.”

De heer Schalk (SGP):

“Ik heb zelf de indruk dat we in ieder geval meer elementen erbij krijgen door het gesprek dat we nu met elkaar voeren. Ik zou er toch op aan willen dringen dat we dat in een overzichtelijk schemaatje of zo krijgen, zodat we weten waar we morgen over gaan stemmen of dat we moeten besluiten, wellicht in de derde termijn, dat we nog wachten met het stemmen hierover. Ik zou dat liever niet hebben, want ik snap ook dat de staatssecretaris hetzelfde wil als wij allemaal, namelijk die mensen zo snel mogelijk helpen. Maar de staatssecretaris moet ons niet iets onmogelijks vragen, namelijk om een onuitvoerbare wet te steunen. Dat is het lastige van deze situatie.”

Staatssecretaris De Vries:

“Volgens mij heb ik niet aangegeven dat het een onuitvoerbare wet is. Vanwege het amendement dat erin is gekomen vraagt de uitvoering organisatorisch heel veel. Het vraagt veel van de organisatie en het is echt een proces naast het proces. Op dit moment hebben we dat niet zo ingericht. Dat is wat ik u vraag. Ik kan met liefde nog een keer opschrijven wat ik zonet heb aangegeven, maar ik ben een beetje op zoek naar wat u dan nog aanvullend van mij zou willen weten. Ik kan u niet met zekerheid zeggen wanneer een en ander helemaal in werking getreden kan zijn, omdat ik daarvoor echt de uitvoeringstoets van de organisatie moet hebben.”

De voorzitter:

“Tot slot, meneer Schalk.”

De heer Schalk (SGP):

“Tot slot. De staatssecretaris zegt: ik kan die dingen nog een keer opschrijven. Dat zou ik heel graag willen, maar dan wel met zo veel mogelijk elementen, zodat we echt zicht hebben op wat we het komende halfjaar, driekwart jaar kunnen verwachten en op welke aannames de staatssecretaris kan geven.”

Staatssecretaris De Vries:

“Natuurlijk ben ik bereid om dat nog een keer voor u op papier te zetten. Ik ga kijken of ik dat dan morgenochtend bij u kan krijgen. Ik weet niet wanneer de stemmingen gepland zijn. Ik zag volgens mij twee verschillende momenten waarop u gaat stemmen. Bij sommige dingen zal het een inschatting zijn met betrekking tot wanneer u sommige dingen krijgt en wanneer sommige besluiten worden genomen, want ik moet wel echt die uitvoeringstoets hebben om uiteindelijk de exacte planning hiervan te kunnen geven.”


Brondocumenten


Historie