De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Stienen (D66), toe de Kamer te informeren over de voortgang in het maken van financiële afspraken m.b.t. de Wet Inburgering 20.., alsmede over de ondertussengroep.
Nummer | T03099 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 1 december 2020 |
Deadline | 1 juni 2021 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Kamerleden | Drs. C.P.W.J. Stienen MA (D66) |
Commissie | commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | budget inburgering ondertussengroep |
Kamerstukken | Wet inburgering 2021 (35.483) |
Handelingen I 2020-2021, nr. 12, item 4, p.8
Mevrouw Stienen (D66):
Voorzitter. De D66-fractie denkt dat het uitstel ook mogelijkheden heeft. Voor de eerste zes maanden van de inwerkingtreding in 2021 was een bedrag van 68,1 miljoen gereserveerd. Hiervan gaat volgens de informatie die wij hebben gekregen 27,4 miljoen naar uitvoeringskosten en 40,7 miljoen euro naar inburgeringsvoorzieningen. Kan de minister aangeven wat er met deze bedragen gebeurt? Schuiven deze bijvoorbeeld op, of biedt het ruimte om ondersteuning te geven aan gemeenten die wel al gereed zijn voor deze nieuwe wet?
Handelingen I 2020-2021, nr. 12, item 10, p.2
Minister Koolmees
Mevrouw Stienen vroeg nog naar het budget dat beschikbaar is voor 2021. Daarover ga ik in december met de gemeenten in gesprek. Ik zie dat er een ondertussengroep is. Ik zie ook dat er een risico is van ELIPs, dus dat mensen aan het einde van de looptijd, het einde van de lening, zitten, maar nog niet zijn ingeburgerd. We gaan in overleg met de VNG over hoe we daar voor komend jaar mee omgaan. Ook voor het afgelopen halfjaar, voor het eerdere uitstel van 1 januari naar 1 juli, heb ik al een financieel arrangement met de gemeenten getroffen. Ik ga daar niet op vooruitlopen, maar ik ga goed met ze in overleg.
Mevrouw Stienen (D66):
Dank voor deze toelichting. Ik heb nog een vraag aan de minister. Ik vermoed dat er nog meer overleggen aankomen. Mijn vraag is om ons als Kamer voortdurend daarvan op
de hoogte te houden, dus dat we ook over dit overleg met de VNG informatie ontvangen zodat we onze controlerende taak kunnen blijven uitoefenen.
Minister Koolmees:
Ik zeg graag toe dat ik u informeer over de uitkomst van die gesprekken en de planning daarna. U kent ook de begrotingssystematiek. Er moet natuurlijk in het voorjaar met de
minister van Financiën over de financiële afspraken doorgepraat worden. Ik zal uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang hierin. Ik vind het ook belangrijk dat de
ondertussengroep een kans krijgt om deel te nemen. Dat zeg ik dus graag toe.
Mevrouw Stienen (D66):
Fijn om te horen. Want als er ineens uitstel is, moet het budget voor dat halfjaar — ik weet niet of het vrijkomt of over is — in elk geval wel gebruikt worden voor de mensen die het het hardste nodig hebben.
Minister Koolmees:
Sorry, ik ga er niet op vooruitlopen. Op dit moment zijn er natuurlijk door corona ook weer een hoop tegenvallers. Nou ja, dat moeten we met elkaar netjes in kaart brengen en we moeten er gesprekken over voeren. De afspraak staat al in de agenda.
Handelingen I 2020-2021, nr. 12, item 10, p.20
Minister Koolmees
Wordt de Kamer geïnformeerd over de ondertussengroep? Ja, dat gaan we doen. Ik heb ook toegezegd de Tweede Kamer hierover te informeren. Ik zal een afschrift daarvan, of een aparte brief, dan typen we 'm twee keer, naar de Eerste Kamer sturen om te melden wat er gebeurt met die ondertussengroep.
De vraag over het budget voor 2021 is een lastige. We hebben immers begrotingsregels in het kabinet en dat betekent dat de minister van Financiën altijd als een bok op de haverkist zit als het gaat over meevallers. Die dienen eigenlijk eerst om tegenvallers elders te compenseren. Daarom maakte ik net dat tussenzinnetje. Er zijn door corona tegenvallers, vertraging in de inburgering. Ik heb gisteren een brief gestuurd, ook naar uw Kamer, met daarin een uitbreiding van de inburgeringstermijn met vier maanden, omdat mensen nu vertraging oplopen als gevolg van scholen die dicht zijn en examenlocaties die niet beschikbaar zijn. Dat heeft ook allerlei budgettaire consequenties. Maar mijn doel is om met die gemeenten een goede afspraak te maken over de ondertussengroep voor 2021. Daar kunt u mij op aanspreken. Maar de minister van Financiën heeft de begrotingsregels in de hand en dat is altijd een ongelijk gevecht in het kabinet.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling (zonder stemming aangenomen) Verslag EK 2020/2021, nr. 12, item 10
-
behandeling Verslag EK 2020/2021, nr. 12, item 4
-
16 november 2021
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
8 november 2021
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
1 december 2020
toezegging gedaan