T03168

Toezegging De problematiek van de marginale druk meegeven aan de Commissie Draagkracht (35.572)



De staatssecretaris zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Schalk , toe dat hij de problematiek van de marginale druk zal meegeven aan de Commissie Draagkracht.


Kerngegevens

Nummer T03168
Status voldaan
Datum toezegging 8 december 2020
Deadline 1 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst
Kamerleden P. Schalk (SGP)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie overig
Onderwerpen Belastingdienst
herziening belastingstelsel
marginale druk
Kamerstukken Belastingplan 2021 (35.572)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021 nr. 13, item 4 , blz. 29-30

De heer Schalk (SGP):

(…)

Ik wil ook nog een lans breken voor mensen met een laag inkomen. De marginale druk voor mensen met een inkomen tussen €22.000 en €32.000 is nog steeds heel hoog. In feite komt het erop neer dat iemand die €1.000 meer gaat verdienen, slechts €200 daarvan overhoudt: 80% belasting. Dat is het resultaat van de snelle afbouw van toeslagen en heffingskortingen. Hier zijn de verhoudingen toch volslagen zoek?

Ten slotte, de eenverdieners, mijn stokpaardje. De feiten wijzen uit dat er op dit moment eenverdieners zijn die bijna zeven keer zoveel belasting betalen als tweeverdieners met hetzelfde gezamenlijke inkomen. De staatssecretaris heeft dat bij de Algemene Financiële Beschouwingen betwijfeld, maar hij is op zijn schreden teruggekeerd en heeft het in de schriftelijke beantwoording bevestigd. Die bevestiging is fijn, maar de situatie is natuurlijk dramatisch. Een terugblik laat dat zien.

Toen ik in 2015 in deze Kamer mocht aantreden, was het zo dat de eenverdiener vijf keer zoveel belasting betaalde. Toen heb ik mijn eerste motie ingediend, die vroeg om de substantiële verschillen te verkleinen. Deze motie werd destijds aanvaard. Echter, van vijf keer werd de kloof verdiept naar zes keer zoveel. Daarbij bleek in 2016 ook nog eens de onevenredig hoge marginale druk. Ik pak de draad van de geschiedenis weer op. In 2017 beloofde het regeerakkoord dat het huidige kabinet een verdere verdieping van die kloof zou tegengaan door ervoor te zorgen dat het inkomenspakket voor evenwicht tussen een- en tweeverdieners zorgt. In 2018 was er een rapport van het CPB, waarin werd aangegeven dat de grenzen van de eerlijkheid inmiddels overschreden waren. Vorig jaar bleef het nog net onder de zes keer zoveel, maar deze keer is het weer raak, nu naar zeven keer zoveel. De antwoorden op de schriftelijke vragen stellen mij niet gerust. Er worden vergelijkingen getrokken die gewoon niet opgaan. Denk bijvoorbeeld aan de vergelijking van tweeverdieners die samen €80.000 verdienen en een eenverdiener die €40.000 verdient. Dat is niet eens appels met peren vergelijken.

De werkelijkheid is dat de kloof onevenredig groot is. Bij een inkomen van €60.000 betalen eenverdieners nog steeds zo'n drie keer zoveel belasting. Maar goed, dan hebben ze ook een inkomen dat behoorlijk ver boven modaal ligt. Het inkomen van €40.000 is net bovenmodaal. Daarbij kan zeven keer zo veel belasting worden betaald. Mijn fractie zegt dat dit gewoon niet kan. Is de staatsecretaris dat ten diepste met mij eens? Waarom doen we niet gewoon wat aan die kloof? Waarom blijft het bij commissies en onderzoeken, terwijl de feiten zo duidelijk zijn? Nu komt er een commissie draagkracht. Dat is allemaal mooi, maar waar blijft het oordeel over de huidige situatie? De cruciale vraag voor mijn fractie is dit jaar: hoe kan de fractie van de SGP in de Eerste Kamer dit Belastingplan steunen? Dat is toch volstrekt ongeloofwaardig?

Voorzitter. Ik stap van mijn stokpaardje af en hoop op verfrissende antwoorden van de staatssecretaris. Ik dank u wel.

Handelingen I 2020-2021 nr. 14, item 7 , blz. 26-28

Vijlbrief:

(…)

Voorzitter. Dat brengt mij bij het inkomensbeeld. Er waren een aantal vragen, met name van de heer Schalk, over eenverdieners en marginale druk. De heer Schalk vroeg: wat vindt de staatssecretaris eigenlijk van die hoge marginale druk tussen €22.000 en €32.000? Het kabinet heeft daar natuurlijk veel aan gedaan. Ik heb deze discussie ook al in de Tweede Kamer gehad. Ik vind zelf die pieken in die marginale druk ook ongelukkig. Ik zou de heer Schalk willen toezeggen dat ik ook dit weer meegeef aan die Commissie Draagkracht. Dat is een van de dingen waarnaar gekeken moet worden. Dit is ook zo'n dilemma dat natuurlijk speelt in de komende formatie. Daar zou ik het ook willen noemen. Ik ben mijn hele carrière al bezig met werken aan die hoge marginale drukken, maar de heer Schalk weet ook wel dat je het of heel gericht doet en dan wordt het heel ingewikkeld en complex — daar hebben we net een uitgebreid voorbeeld van gehad — of je doet het niet gericht met een grote klap en dan kost het veel geld. Dat zou ik daarover willen zeggen.

De eenverdiener. Die verhouding zit de heer Schalk dwars. Het kabinet heeft toch de neiging om vooral naar de koopkrachtontwikkeling te kijken. Ik kan de koopkrachtontwikkeling volgens de Macro Economische Verkenning 2021 ook nog wel even verstrekken aan de Kamer. Ik zal tweeverdieners en eenverdieners nog eens naast elkaar laten zetten voor de hele kabinetsperiode. Dat is echt ongeveer conform de afspraak die in het regeerakkoord gemaakt is. Er zit gemiddeld een tiende tussen. Tweeverdieners zijn er gemiddeld een tiende per jaar meer op vooruitgegaan dan alleenverdieners. Dat weet de heer Schalk ook allemaal. Hij zit mij al meewarig aan te kijken om duidelijk te maken dat hij dat ook allemaal weet, maar dat dat zijn punt niet was. Hij maakte een andere vergelijking, maar ik zeg maar hoe ik hiertegen aankijk, hoe het kabinet hiertegen aankijkt. Ik zou hem kunnen toezeggen dat ik aan die Commissie Draagkracht ga meegeven — dat heb ik in de Tweede Kamer eigenlijk al gedaan, maar dat doe ik ook graag hier nog een keer — om hier expliciet naar te kijken. Het komt te vaak terug en het is een te groot punt, zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer. Het gaat dus niet alleen om het benaderen vanuit de koopkrachtontwikkeling, maar ook om het benaderen vanuit de sommen zoals de heer Schalk die maakt, zo zeg ik maar even huiselijk.

(…)

Vijlbrief:

De coalitie heeft uitgebreid naar het inkomensbeeld gekeken. Ik ben daar van begin tot eind bij geweest. De coalitie heeft geacht dat het voor dit jaar evenwichtig was. Ik zie dus weinig in het nu toezeggen van iets waarvan ik weet dat het een loze toezegging is. Ik weet dat zeker en ik hoef dat niet te toetsen. Ik herhaal mezelf — sorry daarvoor — maar ik ben het met de heer Schalk eens dat hier in toenemende mate een probleem van wordt gemaakt, in ieder geval in deze beide Kamers. Ik zie ook wel dat er onevenwichtigheden in zitten. Dat begrijp ik. Ik zeg de heer Schalk toe dat ik dat wil doorgeven. Ik denk niet dat de juiste plek voor een discussie over het inkomensbeeld in 2021 een debat op 8 december is, maar dat dat echt in de formatie thuishoort. Ik kan het op dit moment niet anders zeggen.


Brondocumenten


Historie