T03527

Toezegging Financiering abortuszorg in wetsevaluatie (34.891)



De minister van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Voort (D66), toe om bij de evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap (Wafz) in 2027 te bezien hoe de wijzigingen van de wet in de praktijk en voor de financiering uitpakken en welke verbeteringen eventueel nodig zijn.


Kerngegevens

Nummer T03527
Status openstaand
Datum toezegging 29 november 2022
Deadline 1 januari 2026
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Huidige Verantwoordelijke(n) staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. van der Voort M.Sc. (D66)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen abortus
evaluaties
financiering
Wet afbreking zwangerschap
Kamerstukken Initiatiefvoorstel-Ellemeet, Kuiken, Paternotte en Van Wijngaarden Legale medicamenteuze afbreking zwangerschap door huisarts (34.891)


Opmerking

Zie ook Kamerstukdossier 30371

Uit de stukken

Handelingen I 2022-2023, nr. 10, item 3 - blz. 6

De heer Van der Voort (D66)

Aan de minister vraagt de D66-fractie hoe de financiering vorm krijgt. […] Zijn er eigenlijk redenen om dit niet in de Zorgverzekeringswet onder te brengen? Is er überhaupt reden om de aparte financiering van abortusklinieken via de ministeriële regeling te behouden? Is de minister bereid om de financiering van abortus wat breder te beschouwen en wellicht onder te brengen bij de reguliere financiering van zorg, bijvoorbeeld de Zorgverzekeringswet? De subsidieregeling loopt immers af en we zouden graag van de minister horen, en een toezegging krijgen, of hij wil onderzoeken of de financiering van abortus op een andere manier geregeld kan worden

Handelingen I 2022-2023, nr. 10, item 13 - blz. 15

Minister Kuipers:

De heer Van der Voort vroeg of er een reden is om de aparte financiering van abortusklinieken te behouden, of de minister bereid is om abortuszorg onder de Zorgverzekeringswet te brengen en of hij kan toezeggen dat hij onderzoekt of de financiering van abortus in de reguliere bekostiging kan worden opgenomen. Uit de evaluatie van de Wet afbreking zwangerschap blijkt niet dat er problemen spelen bij de bekostiging van abortusklinieken via de subsidieregeling. Ik heb momenteel dan ook geen reden om de bekostigingssystematiek te herzien. Mocht het wetsvoorstel worden aangenomen en in de praktijk worden uitgevoerd, dan kan er mogelijk een reden zijn om opnieuw een onderzoek te doen naar de mate van bekostiging, maar ik wil nu niet de bekostigingssystematiek herzien.

De heer Van der Voort (D66):

“Dat begrijp ik wel. Overigens is de subsidieregeling geen onderdeel van de Wafz. Die staat er los van. Daarmee is het naar mening van onze fractie wel een heel kwetsbare financiering. Als abortus een bestaand en blijvend onderdeel is van zorgverlening in Nederland, lijkt het ons een gerechtvaardigde vraag of de financiering een betere basis kan krijgen, laten we zeggen in de reguliere financiering van de zorg. Het lijkt mij een grote stap voor de minister om hier aan te kondigen hoe dat vorm gaat krijgen. Daarom het verzoek om daar onderzoek naar te doen, om te kijken wat de mogelijkheden zijn om dat op termijn wel of niet onder te brengen in de reguliere financiering van zorg.”

Minister Kuipers:

Ook in het kader van dit wetsvoorstel is het een vraag die vrij ver gaat. Mocht dit wetsvoorstel aangenomen worden, zal ik zeer nadrukkelijk kijken één, wat de meest optimale wijze van financiering bij de huisarts is en twee, wat eventueel de financiële impact is voor individuele klinieken en het totaal. Dat staat los van de subsidiesystematiek voor de klinieken en daarmee de bekostigingssystematiek. We doen een wetsevaluatie Wet afbreking zwangerschap. We doen daarmee een evaluatie van het functioneren van de huidige abortuszorg. Dit onderdeel "ga voor de klinieken over van een subsidiesystematiek naar iets anders" komt daar nadrukkelijk niet uit naar voren, los van allerlei andere zaken die wel worden aanbevolen.

Handelingen I 2022-2023, nr. 10, item 13 - blz. 18

De heer Van der Voort (D66):

Ik heb de heer Van Wijngaarden horen zeggen dat abortuszorg geïntegreerd moet worden op alle niveaus binnen de zorg. Wat mij betreft geldt dat ook voor de financiering, als integraal onderdeel van zorg en zorgstelsel. In die zin is mijn vraag over de financieringssystematiek van abortus in Nederland, die nu berust op een subsidieregeling, nog niet helemaal naar tevredenheid beantwoord. Mijn vraag aan de minister was of hij kan onderzoeken of dit op termijn wel of niet ook op een andere manier zou kunnen, dus binnen de reguliere financiering. Die toezegging heb ik nog niet van de minister gekregen. Ik wil daarom een motie indienen. Als de toezegging alsnog komt, kan die motie eventueel nog weer ingetrokken of aangehouden worden.

Handelingen I 2022-2023, nr. 10, item 13 - blz. 22

Minister Kuipers:

Allereerst de vraag van de heer Van der Voort ten aanzien van de financiering van de abortusklinieken. Ik gaf eerder bij de beantwoording al aan dat uit de wetsevaluatie van de Wet afbreking zwangerschap niet blijkt dat er op dit moment problemen spelen bij de bekostiging van abortusklinieken via de subsidieregeling. Op dit moment zie ik dan ook geen reden om deze bekostigingssystematiek te herzien. Mocht het wetsvoorstel worden aangenomen, dan heeft dit echter gevolgen voor de financiering. Daarover zullen wij met het veld in gesprek gaan om te zien hoe de zorg in de toekomst het beste gefinancierd kan worden. Ongeacht deze keuze voor financiering zal ik, zoals reeds in de Tweede Kamer is toegezegd, in 2027 de wet opnieuw laten evalueren. Daarbij zal ik expliciet aandacht besteden aan de eventueel recent aangebrachte wijzigingen van de wet, hoe deze in de praktijk en dus ook voor de financiering uitpakken en welke verbeteringen op dat moment eventueel nodig zijn. Dat kan dus ook het meenemen van de beoordeling over financiering via de Zvw zijn.

De heer Van der Voort (D66):

Ik denk dat de toezegging die de minister nu doet, inderdaad bedoeld is voor waar ik om vroeg, namelijk of er gekeken gaat worden. Dan is zijn voorstel om bij de evaluatie van de Wafz in 2027 te kijken hoe de abortusfinanciering in Nederland op dat moment loopt en in de toekomst vorm kan gaan krijgen. Als de minister dit bevestigt, dank ik hem zeer voor deze toezegging.

Minister Kuipers:

Het antwoord is ja.

[…]

Ik wil dat nog even aansluitend duiden, want dat helpt naar de toekomst toe. We hebben op dit moment een goede systematiek wat betreft de bekostiging. Daarbij hebben we ook uitstekende abortuszorg in Nederland. Dit wetsvoorstel beoogt een verdere verbetering daarvan. Ik heb al aangegeven dat we, mocht het wetsvoorstel worden aangenomen, zullen kijken naar de impact voor klinieken en dat we zo nodig bereid zijn om een vervroegd onderzoek te doen. Tegelijkertijd wordt dit, als het wetsvoorstel wordt aangenomen, ook in de praktijk ingevoerd. Dan moet ik allereerst kijken naar de meest optimale wijze van bekostiging bij de huisarts. Dan zitten we ondertussen zo ver in de tijd dat we bij een latere evaluatie kunnen zeggen wat het nou betekent voor de totale abortuszorg. Ik denk dat het wat tijd betreft past en dat we het kunnen meenemen in de volgende evaluatie.


Brondocumenten


Historie

  • 2 juli 2024
    nieuwe verantwoordelijkheid: staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport
  • 2 juli 2024
    verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
  • 29 november 2022
    toezegging gedaan