De minister van Infrastructuur en Milieu zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV), toe dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van de vorderingen ten aanzien van het inpassen van het onderwerp 'schade' in de Omgevingswet.
Nummer | T02250 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 15 maart 2016 |
Deadline | 1 juli 2018 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister van Infrastructuur en Milieu |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | A.W.J.A. van Hattem (PVV) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | invoeringswetten Omgevingswet schade |
Kamerstukken | Omgevingswet (33.962) |
Handelingen I 2015-2016, nr. 23, item 3, blz. 8
De heer Van Hattem (PVV):
(...)
De Omgevingswet moet ook een meer globaal omgevingsplan mogelijk maken, waarin functies zoals in het huidige bestemmingsplan minder gedetailleerd aangeduid worden. Zoals de minister zelf al in de memorie van antwoord aangaf, vermindert zo de rechtszekerheid voor omwonenden. Onder de huidige wetgeving kan bijvoorbeeld een gebouw met een maatschappelijke bestemming zoals een school al worden gebruikt als een moskee zonder bestemmingsplanwijziging; onder de Omgevingswet kan dit met een globaal omgevingsplan door gemeenten nog ruimer getrokken worden. Lopen omwonenden van iedere willekeurige bestemming straks het risico om als buren een coffeeshop, verslaafdenopvang, asielzoekerscentrum of moskee naast zich te krijgen, zonder dat er een bezwaarprocedure voor hen open staat? Deelt de minister dat dit een ongewenste ontwikkeling is en welke mogelijkheden onder het nieuwe omgevingsrechtstelsel ziet zij om burgers bij toepassing van een globaal omgevingsplan toch voldoende rechtszekerheid te kunnen bieden?
Bij dergelijke nadelige gevolgen is onder de huidige wetgeving het toekennen van planschade een mogelijkheid. Voor de nieuwe Omgevingswet moet echter de planschaderegeling nog in de wet worden geregeld. Daarom is het op dit moment volstrekt onduidelijk wat we hierover kunnen verwachten en of er in dit kader voldoende evenwicht is tot de rechtszekerheid. Kan de minister verduidelijken wat haar intenties zijn voor de planschaderegeling onder het nieuwe omgevingsrecht?
Handelingen I 2015-2016, nr. 23, item 8, blz. 48
Minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus:
(...)
De heer Van Hattem vroeg wat mijn intenties op het punt van planschade zijn. De regeling voor planschade maakt nog geen onderdeel uit van het wetsvoorstel. Het onderwerp "schade" wordt in de Omgevingswet opgenomen via de invoeringswet. Ik vind het heel belangrijk dat het onderwerp wordt opgenomen in de Omgevingswet, omdat met goede voorbereiding van besluiten en zorgvuldige afweging ook veel schade voorkomen kan worden. Mocht de nieuwe ontwikkeling tot schade leiden, dan zal dat uiteraard ook onder de Omgevingswet tot vergoeding kunnen leiden. Ik heb op 25 november een brief over grondbeleid naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin ik de contouren voor de regeling schade schets. Ik wil met een duidelijke en voorspelbare regeling komen. Die wordt nu voorbereid, ook voor de invoeringswet in de toekomst. Dat doe ik ook weer in nauw overleg met het veld, met de diverse koepels, met NEPROM en met de Nederlandse Vereniging voor Bouwondernemers. Ik zal dat uiteindelijk ook bij de invoeringswet verwerken. Tussendoor houd ik natuurlijk de Kamer op de hoogte van de vorderingen op dat vlak.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 23, item 8
-
behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 23, item 3
-
2 oktober 2018
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
5 september 2018
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over (deels) openstaande toezeggingen
- voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 11 september 2018
- voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BiZa/AZ op 2 oktober 2018
EK 34.775 VII / 34.775 IV, G
-
-
7 november 2017
nieuwe commissie: commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) -
7 november 2017
commissie vervallen: commissie voor Infrastructuur, Milieu en Ruimtelijke Ordening (IMRO) -
26 oktober 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
26 oktober 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Infrastructuur en Milieu -
15 maart 2016
toezegging gedaan