T01085

Toezegging inlichten eventuele conclusie m.b.t. uitspraak ILO (31.267/31.283)



Minister Donner zegt, naar aanleiding van een opmerking van het lid Elzinga (SP), toe de Kamer tijdig in te lichten over de wijze waarop zal worden omgegaan met een eventuele uitspraak van de ILO dat de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) strijdig is met haar verdrag 121.


Kerngegevens

Nummer T01085
Status voldaan
Datum toezegging 22 september 2009
Deadline 1 oktober 2011
Verantwoordelijke(n) Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Hoofdverantwoordelijke)
Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden A. Elzinga (SP)
Commissie commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport / Jeugd en Gezin (VWS/JG)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Europese code sociale zekerheid
Internationale Arbeidsorganisatie
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
Kamerstukken Goedkeuring herziene Europese Code inzake sociale zekerheid (31.283)
Goedkeuring opzegging deel VI Europese Code inzake sociale zekerheid (31.267)


Uit de stukken

Handelingen EK 2009-2010, 1 - blz. 7

De heer Elzinga (SP): “In plaats van zich te laten aanspreken kiest de regering voor terugtrekken naar de middeleeuwen; 700 jaar terug in de tijd, met diezelfde minister van SZW voorop. Vandaar dat mijn fractie zich alvast wil opmaken voor een mogelijk nieuw middeleeuws slagveld, als de regering bereid zou zijn weer een verdrag op te zeggen, bijvoorbeeld wanneer de ILO binnenkort mocht concluderen dat de WIA strijdig is met haar verdrag 121.”

(…)

Handelingen EK 1 - 14

Minister Donner: “Dit brengt mij tot de opmerking van de heer Elzinga. Er is op zichzelf geen verschil van mening over de wenselijkheid van een debat in beide Kamers. Dat is ook

wat de wet voorschrijft, zij het dat zij inderdaad de mogelijkheid biedt van een situatie zoals die nu is ontstaan ingevolge artikel 14. Dan kun je discussiëren over de vraag wat de gevolgen zijn als de wet verworpen zou worden. Het blijft een gegeven dat het niet zo is dat wij aanpassing van de wet zwaarder achten dan een verdrag. Nee, wij achten de verworven rechten in Nederland beter dan de rechten die wij zouden moeten waarborgen als wij geheel voldoen aan de code. Wij vrezen vooral voor de dynamiek die dat op gang zou brengen. De brief van het secretariaat van de Raad van Europa die ik heb overlegd, moge duidelijk maken dat de feiten zo zijn en dat wij niet meer gebonden zijn. In dit verband heb ik gewezen op Bartholus van Saxoferrato. Dat is niet 700 jaar terug, maar 700 jaar inzicht geleden. Met dat rechtsbeginsel is het inderdaad onwenselijk om een discrepantie te laten bestaan. Dat loopt allemaal helemaal niet vooruit op een eventuele conclusie met betrekking tot de WIA. Die discussie hebben wij te gaan. Ik zeg de Kamers zonder meer toe dat zij, als op dat punt conclusies getrokken moeten worden, wederom tijdig zullen worden ingelicht omtrent de wijze waarop we dat doen en de conclusies die we eraan verbinden.”


Brondocumenten


Historie