De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Duivesteijn (PvdA), toe om in de vormgeving van de verhuurderheffing te kijken of er investeringsprikkels in geweven kunnen worden.
Nummer | T01672 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 maart 2013 |
Deadline | 1 juli 2013 |
Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Kamerleden | A. Th. Duivesteijn (PvdA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koningin (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | huurverhogingen verhuurderheffing |
Kamerstukken | Huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens (33.330) Huurverhoging op grond van inkomen (33.129) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 2, blz. 7
De heer Duivesteijn (PvdA): Feitelijk worden de gemeenten nu al geconfronteerd met een investeringsstop van afzonderlijke woningcorporaties. De gevolgen voor de grondbedrijven zijn zonder meer dramatisch te noemen. En dan ga ik nog voorbij aan de maatschappelijke en sociale effecten van een investeringsstop. Met alle waardering voor de macht van de overheid: private instellingen kun je niet dwingen tot investeren. Je kunt ze wel stimuleren.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7, blz. 57
Minister Blok: In de brief over de verhuurderheffing heb ik aangegeven dat ik wil kijken of wij de heffing zo kunnen vormgeven dat die ook de juiste vorm van investeringen stimuleert. Dit is overigens ook een reactie op de vraag van de heer Duivesteijn. Dit debat zal ik morgen ook in de Tweede Kamer voeren. Ook dit is een kwestie van zorgvuldig maatwerk, omdat stimuleren op de ene plaats, bij een gelijkblijvende opbrengst van de heffing natuurlijk betekent dat de druk op een andere plaats groter wordt. Die druk moet wel te dragen zijn. Ik ben echter bereid om in overleg met de Kamer na te gaan hoe wij die heffing zodanig kunnen vormgeven dat daarin zo'n prikkel zit, zo lang dat maar te dragen is.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 20, item 7, blz. 69
Minister Blok: De heer Duivesteijn ging nogmaals expliciet in op de investeringscapaciteit door corporaties. Wij erkennen beiden dat die vraag eigenlijk aan de orde is bij de verhuurderheffing. Ik zie het als mijn opgave om dat aan de overkant en hier aan te tonen. Ik ben er ook van overtuigd dat ik dat kan. Ik heb aangegeven dat ik bereid ben om in de vormgeving van de verhuurderheffing te kijken of er investeringsprikkels in geweven kunnen worden die zowel aan de overkant als hier voldoende draagvlak hebben, want zo werkt het spel dan ook.
Brondocumenten
-
voortzetting gezamenlijke behandeling en hoofdelijke stemming Handelingen EK 2012/2013, nr. 20, item 7, blz. 46-71
-
voortzetting gezamenlijke behandeling Handelingen EK 2012/2013, nr. 20, item 2, blz. 2-13
-
16 september 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg met de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) en voor Financiën op 24 september 2013
EK, F
-
-
25 juni 2013
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De bespreking van de brief d.d. 20 juni 2013 van de minister voor Wonen en Rijksdienst inzake Varianten verhuurderheffing (32847, E) wordt aangehouden tot na de ontvangst van de 'Woonnota' (zie toezegging T01669), die eind juni verwacht wordt.
-
20 juni 2013
nieuwe status: voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief inzake varianten rond de verhuurderheffing
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissies voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) en voor Financiën op 24 september 2013
EK 32.847 / 33.407 / 33.515, E
-
-
12 maart 2013
toezegging gedaan