De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de fracties van VVD en CDA in het nader voorlopig verslag en vragen van het lid Bröcker bij de plenaire behandeling op 8 mei 2012, in de nadere memorie van antwoord en bij de plenaire behandeling, toe om artikel 5.4, tweede lid, Telecommunicatiewet, niet in werking te laten treden en een wetsvoorstel voor te bereiden om artikel 5.4 aan te passen.
Nummer | T01531 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 8 mei 2012 |
Deadline | 1 juli 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Economische Zaken (2012-2017) |
Kamerleden | Mr. W.L.J. Bröcker (VVD) prof. mr. H. Franken (CDA) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | graafrechten telecommunicatie |
Kamerstukken | Implementatie van herziene telecommunicatierichtlijnen (32.549) Verzamelwet Verkeer en Waterstaat 2010 (32.403) |
Kamerstukken I 2011/12, 32549, F, p. 5-6 (nader voorlopig verslag):
Termijn instemmingsbesluit graafwerkzaamheden
De leden van de VVD-fractie zijn de regering erkentelijk voor haar toezegging om de tekst van artikel 5.4, tweede lid, Telecommunicatiewet aan te passen en daarmee te voorkomen dat een langere termijn zal worden genomen om het instemmingsbesluit te nemen dan thans gebruikelijk is. De leden van de VVD-fractie verzoeken de regering dan ook om artikel 5.4, tweede lid Telecommunicatiewet pas in werking te laten treden bij de eerstvolgende gelegenheid waarbij de Telecommunicatiewet wordt aangepast. Zo worden mogelijke problemen in de tussenliggende periode voorkomen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat de regering thans toezegt bij een eerstvolgende wijziging van de wet de tekst van artikel 5.4, tweede lid, Telecommunicatiewet aan te passen, teneinde te voorkomen dat in de praktijk langer zal worden gedaan over het instemmingsbesluit dan op dit moment aan de orde is. Hoewel die toezegging inhoudelijk tegemoet komt aan de door de leden van de CDA-fractie geuite kritiek, ontstaat wel een periode van grote onzekerheid voor de praktijk, omdat niet duidelijk is wanneer de regering die toezegging gestand zal doen. Het is zeer onwenselijk dat een bepaling in werking treedt waarvan de wetgever eigenlijk toegeeft dat die niet correct is, maar het herstel daarvan onbestemd is en lang kan duren.
De leden van de VVD-fractie sluiten zich aan bij de door de leden van de CDA-fractie gemaakte opmerkingen met betrekking tot de termijn voor het nemen van een instemmingsbesluit voor graafwerkzaamheden.
Kamerstukken I 2011/12, 32549, G, p. 10 (nadere memorie van antwoord):
De leden van de fractie van de VVD verzoeken de regering om artikel 5.4, tweede lid, pas in werking te laten treden bij de eerstvolgende gelegenheid waarbij de Telecommunicatiewet wordt aangepast om zo mogelijke problemen in de tussenliggende periode te voorkomen. De leden van de fractie van het CDA merken op dat het zeer onwenselijk is dat een
bepaling in werking treedt waarvan de wetgever eigenlijk toegeeft dat die niet correct is, maar het herstel daarvan onbestemd is en lang kan duren. Het is juist dat het enige tijd zal duren voordat artikel 5.4, tweede lid, is aangepast. Zoals beide fracties aangeven kan bij inwerkingtreding van de thans voorgestelde bepaling onduidelijkheid optreden omtrent de termijn waarbinnen een instemmingsbesluit moet worden genomen. Om deze onduidelijkheid en de daaruit voortvloeiende onzekerheid weg te nemen is de regering bereid het voorgestelde artikel 5.4, tweede lid, niet in werking te laten treden.
Handelingen I 2011-2012, nr. 28 - blz. 19:
De heer Bröcker (VVD):
(...)
Ik wil nog kort iets zeggen over graafrechten. De VVD is verheugd over de toezegging van de minister dat de bepaling met betrekking tot graafrechten nog niet in werking treedt. De VVD is de minister ook zeer erkentelijk voor het feit dat hij heeft toegezegd dat het punt van de graafrechten bij een volgende wijziging van de Telecommunicatiewet zal worden gecorrigeerd. Ik ben er eigenlijk wel een beetje benieuwd naar hoe praktisch deze toezegging is in de ontstane politieke context. Hoe kan die worden waargemaakt?
Handelingen I 2011-2012, nr. 28 - blz. 43:
Minister Verhagen:
(...)
Ondanks het feit dat senator Franken tevreden was over de nadere memorie van antwoord in relatie tot de graafrechten, had de heer Bröcker daar nog enige vragen over. Hij vroeg met name hoe ik mijn toezegging in de ontstane politieke context, in demissionaire status, kon waarmaken. Als de Eerste Kamer dit wetsvoorstel spoedig aanneemt, zal het Koninklijk Besluit waarbij de wijziging in de Telecomwet in werking zal treden, door de huidige regering worden vastgesteld. Ik zal ervoor zorg dragen dat de bewuste bepaling niet in werking treedt. Momenteel wordt op het departement van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie een wetsvoorstel voorbereid om artikel 5.4 aan te passen. Omdat dit geen politiek omstreden wijziging betreft, vertrouw ik erop dat ook mijn opvolger de voorgestelde wijziging zal overnemen. Ik ben ervan overtuigd dat zij ook in de nieuwe samenstelling op brede ondersteuning kan rekenen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling (zonder stemming aangenomen ) Handelingen EK 2011/2012, nr. 28, item 9, blz. 32- 49
-
behandeling Handelingen EK 2011/2012, nr. 28, item 6, blz. 10- 26
-
nadere memorie van antwoord EK 32.549 / 32.403, G
-
nader voorlopig verslag EK 32.549 / 32.403, F
-
17 mei 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
29 april 2016
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
29 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
21 september 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
7 oktober 2014
nieuwe deadline: 1 juli 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
29 september 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
22 juli 2013
nieuwe deadline: 1 juli 2014
nieuwe status: deels voldaan -
28 mei 2013
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten: -
23 mei 2013
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg toezeggingen T01529 en T01531
voor kennisgeving aangenomen op 28 mei 2013
EK, M
-
-
9 april 2013
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten: -
25 maart 2013
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
25 maart 2013
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: De commissie stuurt een brief, die is in voorbereiding. -
8 mei 2012
toezegging gedaan -
5 februari 2012
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Economische Zaken (2012-2017)