De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Lokin-Sassen (CDA), toe het proefschrift van de heer Leeuw te betrekken bij de formulering van een grondwetsartikel over het recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter.
Nummer | T01776 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 10 september 2013 |
Deadline | 1 april 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Mr. P.E.M.S. Lokin-Sassen (CDA) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | eerlijk proces Grondwet |
Kamerstukken | Herziening Grondwet (31.570) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 36, item 4 - blz. 5-6
Mevrouw Lokin-Sassen (CDA): Zoals wij gezien hebben, pleitte ook de Staatscommissie Grondwet in haar rapport van november 2010 unaniem voor opneming van een algemeen recht op een eerlijk proces en het recht op toegang tot de rechter in de Grondwet. Alleen over de formulering van dat recht was de commissie niet unaniem. De minister zal ongetwijfeld kennis hebben genomen van de publicatie van de heer Leeuw, die op 13 juni jongstleden aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam is gepromoveerd op het onderwerp "Grondwet en eerlijk proces, een onderzoek naar de meerwaarde van het opnemen van het recht op een eerlijk proces in de Nederlandse Grondwet". Zijn conclusie wil ik u niet onthouden. "Alles overziend, kan aan het eind van het onderzoek de conclusie getrokken worden dat de vraag of een recht op een eerlijk proces in de Grondwet dient te worden opgenomen, positief kan worden beantwoord. De mogelijke meerwaarde kan groot zijn en zich op diverse terreinen en ten opzichte van diverse aspecten verwezenlijken. Daarnaast zijn bezwaren tegen opname van een dergelijk recht eigenlijk niet of nauwelijks aanwezig of steekhoudend. (...) Op grond van het voorgaande mag duidelijk zijn dat het (het) meest voor de hand ligt om in ieder geval over te gaan tot het invoegen van het recht op een eerlijk proces, en wel bij voorkeur in Hoofdstuk 1 van de Grondwet. Als het gaat om de inhoud van de bepaling staat vast dat in ieder geval de open norm van het recht op een eerlijk proces in de bepaling zou moeten worden opgenomen. Dit om als basis te (kunnen) dienen voor de rechter om een model van rechtsvorming op te zetten. Indien er gekozen zou worden om te volstaan met de opname van een verzameling van deelrechten van het recht op een eerlijk proces, is er geen legitimerende basis voor een dergelijk model."
In genoemd proefschrift krijgt de minister als het ware panklaar een aantal keuzes opgediend, waaruit hij een keuze kan maken om dit grondrecht handen en voeten te geven. Wij hopen, vertrouwen en gaan ervan uit dat de minister bereid is om de aanbevelingen van dit proefschrift te betrekken bij de vormgeving van de concrete grondwetsherzieningsbepaling. Wij willen wel graag uit de mond van de minister horen dat hij dit ook zal doen.
(...)
Handelingen I 2012-2013, nr. 36, item 4 - blz. 10
Minister Plasterk: Dank voor deze toelichting. U vroeg om de toezegging dat het proefschrift van de heer Leeuw hierbij kan worden betrokken. Dat zal gebeuren.
Brondocumenten
-
17 maart 2015
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
13 maart 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen die aan de Kamer zijn gedaan
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie BZK/AZ op 17 maart 2015
voor kennisgeving aangenomen door de Commissie KOREL op 31 maart 2015
EK, E
-
-
11 september 2014
nieuwe deadline: 1 april 2015
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:
Opmerking: De Eerste Kamer is op 17 maart 2014 (EK 2013–2014, 31 570, J) over de nadere tijdsplanning geïnformeerd. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in het eerste kwartaal van 2015 bij de Tweede Kamer ingediend. -
6 mei 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang: -
25 april 2014
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) inzake de halfjaarlijkse stand van zaken van toezeggingen
voor kennisgeving aangenomen door de commissies voor Koninkrijksrelaties en voor BZK/AZ op 6 mei 2014
EK 33.750 VII / 33.750 IV, D
-
-
25 september 2013
nieuwe status: deels voldaan
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties inzake de beoogde procedure met betrekking tot de uitvoering van de motie-Engels c.s. en de motie-Lokin-Sassen c.s.
voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BZK/AZ) op 8 oktober 2013
EK, H
-
-
10 september 2013
toezegging gedaan