Minister De Graaf zegt toe dat het bekrachtigingsinstrument alleen zal worden gebruikt waarvoor het is en niet voor een ander doel.
Nummer | T00216 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_BIZA_2005_17 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 januari 2005 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | legisprudentie |
Kamerstukken | Novelle Initiatiefvoorstel-Karimi, Dubbelboer en Van der Ham Wet raadplegend referendum Europese Grondwet (29.608) |
Handelingen EK 2004-2005, 12-606
[...]
(blz.606)
De heer Platvoet (GroenLinks):
Het is dus in theorie mogelijk dat de referendumcommisie op een zodanig datum wordt ingesteld dat het referendum gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen kan worden gehouden?
Minister De Graaf:
Als de Tweede Kamer zou menen dat het alleszins logisch is om na de behandeling van dit wetsontwerp nog driekwart jaar te wachten met het instellen van de referendumcommissie omdat het goed uitkomt om het referendum rond de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 te houden, wie ben ik dan om dat te beoordelen? Ik merk daarbij op dat de Tweede kamer via de initiatiefnemers zelf heeft bepaald dat zij zelf niet vaststelt op welke datum het referendum moet worden gehouden. Zij heeft dat overgelaten aan de referendumcommissie. Die stelt de datum vast in overleg met het kabinet. het is dan verstandig om het instrument van instelling van de commissie niet politiek te gebruiken om een bepaalde datum af te dwingen. Dat zal de regering overigens ook niet doen. Zij zou immers ook de werking van deze wet nog enigszins kunnen ophouden door het moment van bekrachtiging zelf te bepalen en dat pas over een halfjaar te doen. Ik zeg toe dat het bekrachtiginginstument zal worden gebruikt waarvoor het is en niet voor een ander doel.
[...]
-
3 februari 2005
Voortgang:documenten:-
-Publicatie Staatsblad
-
-
18 januari 2005
toezegging gedaan