T02627

Toezegging Reflecteren op raadgevend referendum (34.854)



De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Sini (PvdA), toe de staatscommissie parlementair stelsel te zullen vragen op het instrument van het raadgevend referendum te reflecteren.


Kerngegevens

Nummer T02627
Status voldaan
Datum toezegging 3 juli 2018
Deadline 1 juli 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Kamerleden M. Sini MA (PvdA)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie evaluatie
Onderwerpen evaluaties
referendum
staatscommissies
Kamerstukken Intrekking van de Wet raadgevend referendum (34.854)


Uit de stukken

Handelingen I 2017-2018, nr. 36, item 8 - blz. 37

De heer Sini (PvdA): Daarom dien ik een motie in om onderzoek te doen naar de effecten en de doeltreffendheid van de Wet raadgevend referendum. Daarbij is het ook van belang om de positie van praktisch geletterden daarin mee te nemen. Het zou mooi zijn als dat onderzoek ook meegenomen wordt in de bespreking van het eindrapport van de staatscommissie.

(...)

Handelingen I 2017-2018, nr. 36, item 8 - blz. 52

Minister Ollongren: De motie met letter L is een motie van de heer Sini. Als ik deze motie goed lees, vragen de heer Sini en de andere ondertekenaars om de Wrr alsnog te evalueren. Ik heb daar in eerste termijn niets over gezegd. Wij hebben gekozen voor het afschaffen van het raadgevend referendum en niet voor het ontwikkelen van het raadgevend referendum. Het is dus niet erg logisch om de doeltreffendheid en de effecten ervan na behandeling van deze intrekkingswet nog te evalueren. Met andere woorden: een wetsevaluatie na stemming over de intrekkingswet vind ik niet logisch. Omdat we in de tussentijd weten dat de staatscommissie er een opmerking over maakt, zou ik me wel kunnen voorstellen dat ik dit nog eens onder de aandacht breng van de staatscommissie naar aanleiding van de behandeling hier vandaag. Dat zou ik wel kunnen zeggen, maar de motie als zodanig zou ik willen ontraden.

(...)

Handelingen I 2017-2018, nr. 36, item 8 - blz. 53

De heer Sini (PvdA): De minister heeft gezegd dat ze de motie die wij hebben ingediend, als het ware mee zal geven aan de staatscommissie. Minister, kunt u daar iets over vertellen, in die zin dat de staatscommissie hier echt op terugkomt?

Minister Ollongren: Mag ik dit verduidelijken? Ik zei dat ik de motie ontraad. De motie vraagt om enige reflectie op de Wet raadgevend referendum. Maar die zal straks zijn ingetrokken; althans, ik wacht uiteraard de stemming in uw Kamer af. Ik begrijp dat de heer Sini zegt dat hij toch behoefte heeft aan een iets bredere reflectie op dat instrument en wat we daar wellicht van kunnen leren, net zoals ik gezegd heb dat we iets kunnen leren van lokale referenda. Ik ben bereid om dat punt onder de aandacht van de staatscommissie te brengen, voor zover dat nodig is en ze dat zelf nog niet in voldoende mate deed. Dat is de toezegging die ik de heer Sini graag zou willen doen.

De voorzitter: Ik had gezegd: één interruptie. Ik laat deze interruptie toe, maar dat is het dan ook. Klaar ermee!

De heer Sini (PvdA): Kort, voorzitter. Met die toezegging houden we de motie aan.

Minister Ollongren: Dank u.


Brondocumenten


Historie