De minister van Buitenlandse Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van opmerkingen van de leden Haubrich-Gooskens (PvdA) en Vliegenthart (SP), toe zich in te spannen om zo veel mogelijk landen, in het bijzonder NAVO-partners, te bewegen toe te treden tot het Verdrag inzake Clustermunitie.
Nummer | T01419 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 18 januari 2011 |
Deadline | 1 januari 2012 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Buitenlandse Zaken |
Kamerleden | mr. C.T.E.M. Haubrich-Gooskens (PvdA) dr. A. Vliegenthart (SP) |
Commissie | commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking (BDO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | overig |
Onderwerpen | Verdrag inzake clustermunitie |
Kamerstukken | Goedkeuring Verdrag inzake clustermunitie (32.187 (R1902)) |
Handelingen I 2010/11, nr. 14, item 2, blz. 9
Mevrouw Haubrich-Gooskens (PvdA):
De minister zegt dus niet dat de norm moet worden verlaagd nu het verdrag is ondertekend, maar wel dat in de tekst van het verdrag concessies op het gebied van de normering zijn gedaan. Begrijp ik dat goed? Ik mag de minister toch wel vragen of hij het met mij eens is dat de normering die nu in het verdrag is vastgelegd, wel degelijk moet worden aangemerkt als de complete waardering voor alle staten? De normering die voortvloeit uit het verdrag, geldt dus voor alle landen. Daaraan doen wij toch geen concessies?
Handelingen I 2010/11, nr. 14, item 2, blz. 9
Minister Rosenthal:
Ook na ratificatie zal de regering zich ten volle blijven inspannen om zo veel mogelijk landen te bewegen tot het verdrag toe te treden. Dat is een follow-up op het korte interruptiedebat dat mevrouw Haubrich en ik net voerden.
Handelingen I 2010/11, nr. 14, item 2, blz. 9
Minister Rosenthal:
Wij constateren dat niet alle landen die partij zijn, dergelijke verboden hebben. Ik zeg daarbij dat wij ervan uitgaan dat pressie kan worden uitgeoefend op landen die nog niet partij zijn om wel partij te worden.
Handelingen I 2010/11, nr. 14, item 2, blz. 13
De heer Vliegenthart (SP):
Vindt men dat binnen het NAVO-bondgenootschap ook niet en zou de regering zich er dan niet sterk voor moeten maken dat ook de NAVO-lidstaten clustermunitie de wereld uit helpen? Dat aanbod heb ik de minister in mijn eerste termijn ook al gedaan. Ik reik de minister de hand. Als hij mijn hand aanneemt, zeg ik over een paar maanden in de NAVO-PA, namens de Nederlandse regering, dat wij in Nederland vinden dat clustermunitie de wereld uit moet, om te beginnen uit de NAVO. Bij alle aanvallen van de Amerikaanse afgevaardigden, ga ik daar dan vóór liggen.
Minister Rosenthal:
Ik heb eerder gezegd dat voor de Nederlandse regering het uitgangspunt is dat dit verdrag van grote betekenis is en dat wij willen dat het een zo groot mogelijke spreiding zal krijgen over deze aardbol. Tot die aardbol behoren ook de NAVO-lidstaten. Volgens een logische redenering geldt dan ook dat er een oproep dient te gaan naar NAVO-lidstaten die niet meedoen met dit verdrag, om op een zo kort mogelijke termijn wél verdragspartner te worden.
De heer Vliegenthart (SP):
Dus als ik straks in de NAVO-PA zeg dat ik vind dat clustermunitie de wereld uit moet, ook uit de Verenigde Staten, doe ik dat dus met instemming van deze minister van Buitenlandse Zaken?
Minister Rosenthal:
U mag zeggen dat de Nederlandse regering ervan uitgaat dat alle landen in de wereld de betekenis van het verdrag onderkennen – en bijna fluisterend zou ik daaraan toevoegen: "volgens de interpretatie die de Nederlandse regering daaraan geeft" – en dat dit dus ook geldt voor de lidstaten van het Atlantisch Bondgenootschap, de NAVO.
Handelingen I 2010/11, nr. 14, item 2, blz. 13
Minister Rosenthal:
Ik heb al gezegd dat wij ons blijven inzetten voor een zo breed mogelijk gedragen verdrag. Dat zal dus ook de NAVO-partners die het verdrag nog niet hebben ondertekend, moeten aansporen om dat zo spoedig mogelijk alsnog te doen. Als de heer Vliegenthart dat in de Parlementaire Assemblee van de NAVO loud and clear wil zeggen, dan heeft hij daarbij mijn volle zegen.
Brondocumenten
-
behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2010/2011, nr. 14/2, blz: 1-19
-
17 april 2012
nieuwe status: voldaan
Voortgang:
Opmerking: Van 12 tot 16 september 2011 vond in Beiroet de tweede bijeenkomst plaats van verdragsstaten bij de Conventie inzake Clustermunitie. Naast ruim 130 andere landen en internationale organisaties was Nederland vertegenwoordigd op deze bijeenkomst. Als partij bij de CCM heeft Nederland bij deze gelegenheid staten die nog geen partij zijn opgeroepen om tot het verdrag toe te treden. Ook in de toekomst zal de regering waar mogelijk blijven aandringen op toetreding van landen die nog geen partij zijn bij het verdrag, onder meer in NAVO-verband.documenten:-
-Verslag van een schriftelijk overleg inzake de halfjaarlijkse stand van zaken toezeggingen
Wat betreft toezegging T01237 voor kennisgeving aangenomen door de Eerste Kamercommissie voor BZK/AZ op 3 april 2012
EK, R
-
-
18 januari 2011
toezegging gedaan