Minister Dekker wil in het najaar dat BBSH nog eens goed tegen het licht houden en bezien hoe zij met deze wetgeving toch kunnen komen tot een duidelijke gerichtheid waarbij de doelstellingen van de corporaties in ieder geval gerealiseerd moeten worden.
Nummer | T00175 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tr_VRO_2004_8 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 27 april 2004 |
Deadline | 31 december 2004 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
Commissie | commissie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | lagere regelgeving |
Kamerstukken | Begrotingsstaat Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer 2004 (29.200 XI) |
Handelingen EK 2003-2004, 26-1387
[…]
Minister Dekker: […]
Ik wil de ontwikkelingen inzake het BBSH nog eens onderstrepen. Ik besef dat het BBSH een instrument is dat al veel langer geldt. Op dit moment kijken wij heel goed hoe je dat, met alle taakvelden die er zijn, zo goed mogelijk tot uitvoering kunt laten komen. Dat BBSH is in feite aan herijking toe. Dat onderstreep ik. In het najaar wil ik dat BBSH nog eens goed tegen het licht houden en bezien hoe wij met deze wetgeving toch kunnen komen tot een duidelijke gerichtheid waarbij de doelstellingen van de corporaties in ieder geval gerealiseerd moeten worden. Dat moeten wij immers goed voor ogen houden: uiteindelijk is ook de wetgeving een ondersteuning om te komen tot resultaten in de volkshuisvesting. Dat is een van de resultaten waar het om gaat in de taakvelden die het BBSH heeft omschreven.
[…]
-
22 juni 2005
Voortgang:documenten:-
-29846, 7
-
-
27 april 2004
toezegging gedaan