Een interdepartementale ambtelijke werkgroep, die bestaat uit ambtenaren van de ministeries van LNV, V&W, VROM, EZ en Financiën, zal maatregelen voor verdere vergroening van het belastingstelsel bezien. Over de uitkomsten van deze werkgroep zal de staatssecretaris uiterlijk in het Belastingplan 2005 informeren.
Nummer | T00078 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tr_FIN_2004_29 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 9 december 2003 |
Deadline | 8 december 2004 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Financiën |
Commissie | commissie voor Financiën (FIN) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Belastingplan 2004 (29.210) |
Handelingen EK 2003-2004, 11-515
[…]
Vraag 100, 112 (Rabbinge, PvdA)
Regulerende heffingen werken als de heffing prohibitief is. Er is wel gedragsbeïnvloeding doch er zijn nauwelijks inkomsten. Waarom is de belastingdienst niet alerter op prohibitieve heffingen? Bij bestemmingsheffingen moet de regulerende component gering zijn omdat de financiering van voorzieningen in gevaar dreigt te komen of omdat te veel voorzieningen waren getroffen. Zulks bleek het geval bij de afvalwaterzuivering in de jaren negentig. Welke lessen zijn hieruit getrokken en hoe heeft dat doorgewerkt in de milieuwetgeving? Wanneer worden regulerende heffingen ingevoerd, wanneer bestemmingsheffingen en hoe denkt de regering juist hier het belastinginstrument te benutten?
Staatssecretaris Wijn:
In het milieubeleid wordt een aantal instrumenten gebruikt. De rol die daarin door financiële instrumenten wordt gespeeld, is in positieve zin beïnvloed door de ervaringen met de WVO-heffing. Algemeen wordt die ervaring gezien als een bewijs voor het feit dat financiële prikkels voor het milieubeleid werken. Het kabinet heeft in het Hoofdlijnenakkoord aangegeven verdere vergroening van het belastingstelsel een belangrijk instrument te vinden. Om hieraan invulling te geven zal de energiebelasting per 1 januari 2005 met euro 450 mln worden verhoogd onder een gelijktijdige terugsluis van de opbrengst via een verlaging van de lastendruk op inkomen. Tevens heeft het kabinet een interdepartementale ambtelijke werkgroep ingesteld die bestaat uit ambtenaren van de ministeries van LNV, V&W, VROM, EZ en Financiën. Deze werkgroep zal maatregelen voor verdere vergroening van het belastingstelsel bezien. Daarbij heb ik een aantal randvoorwaarden aangegeven. Vergroeningsmaatregelen mogen niet leiden tot hogere administratieve lasten van bedrijven. Het uiteindelijke pakket dient budgettair neutraal te zijn. Voorts ben ik geen voorstander van het introduceren van nieuwe vormen van belasting, noch met een regulerend karakter, noch met het karakter van een bestemmingsheffing. Dat laatste staat tevens op gespannen voet met de integrale afweging van collectieve uitgaven. Ook is het niet de bedoeling om keuzes van het vorige kabinet opnieuw ter discussie te stellen. Differentiaties binnen bestaande belastingen zijn wel bespreekbaar. Over de uitkomsten van deze werkgroep zal ik u uiterlijk in het Belastingplan 2005 informeren.
[…]
-
20 september 2005
Voortgang:documenten:-
-Kamerstuk 29676, nr. 3
-
-
9 december 2003
toezegging gedaan