Minister Van der Hoeven zegt toe dat zodra het landelijk platform van deskundigen er is, welke de bekwaamheidseisen actueel moet houden, zij de Kamer daarvan op de hoogte zal stellen.
Nummer | T00110 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tr_OND_2004_1 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 28 juni 2004 |
Deadline | 1 januari 2005 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap |
Commissie | commissie voor Onderwijs |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Kamerstukken | Wet op de beroepen in het onderwijs (28.088) |
Handelingen EK 2003-2004, 35-1916
[…]
Minister Van der Hoeven: […]
In de Tweede Kamer is bij de behandeling van dit wetsvoorstel veel aandacht besteed aan het voornemen om een landelijk platform in te stellen. Ik heb op verzoek van de Kamer op 9 januari een brief gezonden waarin op een aantal punten een nadere uitwerking wordt voorgesteld. In de Tweede Kamer zijn twee moties over dat onderwerp aangenomen. In een motie staat dat minstens de helft plus één van het aantal leden van het platform deskundigen moeten zijn uit de beroepsgroepen. In de andere motie staat dat deskundigen van lerarenopleidingen niet zelf in het platform zitting zouden moeten hebben. Dat punt is er door de Tweede Kamer uitgeamendeerd. Het platform wordt een platform van deskundigen en niet een van vertegenwoordigers met achterbannen. Ik hoop het platform spoedig in te kunnen stellen.
Ik zal uiteraard de in de Tweede Kamer aangenomen moties op dat punt uitvoeren. Ik heb inmiddels samen met Binnenlandse Zaken gekeken naar de status van het platform, want dat was nog wat onhelder. Daarbij speelde de vraag of het platform, gelet op zijn rol bij het doen van voorstellen over bekwaamheidseisen, als een adviescollege zou moeten worden ingesteld. Dat ging niet, want dat zou strijden met het voornemen om het aantal adviescolleges beperkt te houden. Dat betekent dat het platform zelf geen adviescollege zal zijn, maar dat het een rapport opstelt over wenselijke bekwaamheidseisen voor de diverse beroepen. Dat rapport leg ik vervolgens voor aan de Onderwijsraad, die mij zal adviseren of de voorstellen een goede basis zijn voor een AMvB over bekwaamheidseisen, maar die zelf niet inhoudelijk zal ingaan op die bekwaamheidseisen. Daarna wordt de AMvB opgesteld en bij het parlement voorgehangen. De omvang van het platform zal zodanig zijn dat alle deskundigheden erin zitten. Wij gaan uit van 11 tot 15 personen. Zodra het platform er is, zal ik de Kamer daar uiteraard van op de hoogte stellen.
[…]
-
29 maart 2005
Voortgang:documenten:-
-zie: http://www.minocw.nl/nieuws/25001
-
-
28 juni 2004
toezegging gedaan