T02401

Toezegging toesturen uitkomsten accreditatieonderzoek NVAO inzake de Geneeskundeopleiding (34.035)



De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zegt de Kamer, naar aanleiding van vragen van de leden Bruijn (VVD), Nooren (PvdA) en Gerkens (SP), toe de uitkomsten van het accreditatieonderzoek van de NVAO inzake de Geneeskundeopleidingen en daarbij in het bijzonder naar de positie van coschappen van geneeskundestudenten t.o.v. stages van andere studenten aan de Kamer te sturen.


Kerngegevens

Nummer T02401
Status voldaan
Datum toezegging 17 februari 2017
Deadline 1 januari 2019
Verantwoordelijke(n) Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Kamerleden prof. dr. J.A. Bruijn (VVD)
A.M.V. Gerkens (SP)
Drs. J.E.A.M. Nooren (PvdA)
Prof.dr. A.H.G. Rinnooy Kan (D66)
Commissie commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
Soort activiteit Mondeling overleg
Categorie evaluatie
Onderwerpen coschappen
geneeskunde
studenten
Kamerstukken Wet studievoorschot hoger onderwijs (34.035)


Uit de stukken

Verslag mondeling overleg, 34.035, Y, pag. 6

Minister Bussemaker:

(...)

We kunnen ook kijken naar de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), die de onderwijsleeromgeving beoordeelt. Die kan echt goed bekijken of het echt een onderwijsleeromgeving is, of het onderwijskwaliteit is, of er kwaliteitszorg is en of daarmee het opleidingsgerichte karakter van coschappen goed is geborgd. Ik kan u vertellen dat dit jaar alle geneeskundeopleidingen weer worden gevisiteerd. Als daaruit signalen naar voren komen die duiden op knelpunten in de studeerbaarheid of op het niet goed toepassen van het opleidingsconcept, dan moet dat terugkomen in de rapportage van de NVAO. Ik heb, indachtig deze discussie, ook met de NVAO afgesproken dat ik daar dan van op de hoogte word gebracht.

(...)

Verslag mondeling overleg, 34.035, Y, pag. 6

Minister Bussemaker:

(...)

Ik wil wel bekijken wat er uit de NVAO-rapportage komt, omdat die dit jaar toch de geneeskundeopleidingen gaat visiteren en dan dit punt kan meenemen. Als daaruit blijkt dat er meer geïnspecteerd moet worden of dat er aanleiding is om de uitvoering -- dus niet de uitgangspunten, maar de praktische toepassing daarvan -- te bespreken, dan kan ik altijd op grond daarvan het gesprek met de NFU voeren.

Verslag mondeling overleg, 34.035, Y, pag. 7

Mevrouw Nooren (PvdA): In aanvulling hierop zeg ik nog het volgende. Ik vind het heel fijn dat de NVAO gaat bekijken of eraan wordt voldaan.

Verslag mondeling overleg, 34.035, Y, pag. 7

De heer Bruijn (VVD): Ik ben heel blij met de toezegging dat de NVAO het gaat bekijken en monitoren. Ik hoop dat wij er dan ook bij betrokken blijven als Eerste Kamer.

Verslag mondeling overleg, 34.035, Y, pag. 9

Mevrouw Gerkens (SP): Het werd al even tussen neus en lippen gezegd, maar we krijgen dus de uitkomsten van het onderzoek van de NVAO toegestuurd? Wat kunnen we eventueel nog verwachten?

Minister Bussemaker: Misschien kan een van de medewerkers aangeven wanneer we dat verwachten?

De heer Van der Meer (ondersteunend ambtenaar): Tussen nu en volgend jaar lopen eigenlijk alle accreditaties. Dat zijn er best wel veel. Het gebeurt niet allemaal tegelijkertijd, maar na elkaar. Dus wanneer het precies is … Ik weet het niet zeker. Ik kijk even naar Margo. Volgend jaar?

Mevrouw Van Oosterhout (ondersteunend ambtenaar): Dat durf ik nu nog niet te zeggen.

De heer Van der Meer (ondersteunend ambtenaar): Zullen we dat dan nog even melden?

Minister Bussemaker: Ik zal niet met een lange brief maar wel informeel nog even aangeven wanneer we verwachten dat het naar de Kamer kan. Ik weet niet of er nog een bewerking moet plaatsvinden nadat wij het hebben ontvangen.

zie ook T02062


Brondocumenten


Historie