De Minister van Economische Zaken zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Faber-van de Klashorst (PVV), toe om bij de uitwerking van de sloopkostenregeling het algemene beleid op het punt van vergoedingen voor asbestverwijdering te betrekken en dit af te stemmen met de minister van Infrastructuur en Milieu.
Nummer | T01679 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 11 december 2012 |
Deadline | 1 januari 2015 |
Verantwoordelijke(n) | Minister van Economische Zaken (2012-2017) |
Kamerleden | M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV) |
Commissie | commissie voor Economische Zaken (EZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | lagere regelgeving |
Onderwerpen | asbestverwijdering sloopkosten vergoedingen |
Kamerstukken | Novelle Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (33.076) Novelle Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (32.369) Initiatiefvoorstel-Van Gerven en Recourt Wet verbod pelsdierhouderij (30.826) |
Handelingen I 2012-2013, nr. 11, item 2, blz. 3
Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):
Het Landbouw Economisch Instituut geeft aan dat de gemiddelde sloopkosten gemiddeld € 60.000 per locatiebedragen. De laagste offerte bedroeg € 26.500 per locatie, waarbij ook nog eens een opbrengst van € 5.000 voorstaal wordt gegeven. Het verwijderen van asbest kost€ 65.000 tot € 75.000 per locatie. CE Delft berekent lagere kosten per locatie: € 26.500. In de praktijk zal er vrijwel altijd gekozen worden voor de laagste offerte. Het is dan ook aan te bevelen dat de minister een maximale vergoeding vaststelt voor het verwijderen van asbest om onnodige kosten te voorkomen. Wat is de zienswijze van de minister in dezen?
Minister Kamp:
Mevrouw Faber heeft gevraagd naar de vergoeding voor asbestverwijdering. Als het wetsvoorstel in werking treedt, zal de uitwerking van de sloopkostenregeling aan de orde zijn. In Nederland zijn er, behoudens enkele zeer specifieke uitzonderingen, geen subsidieregelingen voorasbestverwijdering. Het ligt niet in de rede om voor deze specifieke groep een uitzondering te maken. Bij de uitwerking zal ik het algemene beleid op dit punt betrekken. Voor de zekerheid zal ik deze zaak nog even afstemmen met mijn collega van Infrastructuur en Milieu.
Brondocumenten
-
gezamenlijke behandeling (deels voortzetting) Handelingen EK 2012/2013, nr. 11, item 2, blz. 2-19
-
17 mei 2016
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
29 april 2016
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
19 mei 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
24 april 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
7 oktober 2014
nieuwe deadline: 1 januari 2015
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
29 september 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
27 mei 2014
nieuwe deadline: 1 juli 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
23 mei 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
2 oktober 2013
nieuwe deadline: 1 januari 2014
nieuwe status: openstaand
Voortgang:
Opmerking: De toezegging als openstaand beschouwen in afwachting van de AMvB.documenten: -
11 december 2012
toezegging gedaan