De staatssecretaris zegt toe in een brief te zullen ingaan op de verantwoordelijkheid voor de normstelling voor bodemverontreiniging.
Nummer | T00549 |
---|---|
Oorspronkelijke nummer | tz_MIL_2005_10 |
Status | voldaan |
Datum toezegging | 13 december 2005 |
Deadline | 1 januari 2007 |
Verantwoordelijke(n) | Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer |
Commissie | commissie voor Milieu |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | Wet bodembescherming |
Kamerstukken | Wijziging Wet bodembescherming (29.462) |
Handelingen Eerste Kamer 2005 - 2006, 11 - pag. 536
Staatssecretaris Van Geel: Er is gesproken over de risico’s en de afwegingen die nog gemaakt worden. Ik heb al aangegeven dat er een taakverdeling is en dat wij ons richten op de vragen welke stoffen worden verwerkt, op welke manier daarvan gebruik wordt gemaakt en welke mate van blootstelling daaraan verantwoord is. Wij geven de kaders en de normen aan. Wij bieden ook beslisondersteunende systemen aan en zeggen hoe je tot besluitvorming kunt komen. Wij proberen op die manier de gemeenten te ondersteunen en ervoor te zorgen dat zij over de nodige informatie beschikken. Wij zoeken zo naar verstandige oplossingen.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling en stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen EK 2005/2006, nr. 11. blz: 528-537
-
27 juni 2006
Voortgang:documenten:-
-Brief Staatssecretaris Van Geel (kenmerk LMV2006.275450)
-
-
13 december 2005
toezegging gedaan