De Minister voor Wonen en Rijksdienst zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Bikker (ChristenUnie), toe tijdig aan de Kamer te laten weten of de regering de verlaging van rechtswege van de inkomensgrens voor woningtoewijzing door wil laten gaan. Dit aspect maakt deel uit van de evaluatie van de Woningwet.
Nummer | T02278 |
---|---|
Status | voldaan |
Datum toezegging | 12 april 2016 |
Deadline | 1 januari 2021 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Wonen en Rijksdienst |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Kamerleden | Mr. M.H. Bikker (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | huurmarkt inkomensgrens woningtoewijzing |
Kamerstukken | Wet doorstroming huurmarkt 2015 (34.373) |
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 7 - blz. 3-4
Mevrouw Bikker: Ik vraag ook aandacht voor het volgende evaluatiepunt. In de Woningwet is bepaald dat de tijdelijke verhoging van de inkomensgrens voor toewijzing van huurwoningen van toegelaten instellingen met een gereguleerd huurcontract naar circa €39.000 na vijf jaar van rechtswege weer wordt verlaagd naar circa €35.000. Dat zou voor deze inkomensgroep grote inkomensgevolgen kunnen hebben, te meer daar deze groep geen recht heeft op huurtoeslag en niet zonder meer terecht kan op de koopmarkt dan wel in de vrije huursector. Op de vragen van mijn fractie naar de gevolgen hiervan antwoordde de minister echter dat nog niet zeker is dat de inkomensgrens voor de hogere huurverhoging na vijf jaar weer wordt verlaagd. Kan de minister bevestigen dat dit aspect expliciet onderdeel uitmaakt van de evaluatie van de wet en dat van een eventuele verlaging pas na die evaluatie sprake kan zijn? Hoe verhoudt zich dit tot het principe dat eerder is gezegd dat dit van rechtswege zou gebeuren? Ik hoor graag een verduidelijking en een toezegging.
(...)
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 9 - blz. 16
Minister Blok: Mevrouw Bikker vroeg of we na een periode van vijf jaar de inkomensgrens, die voor die vijf jaar op €39.000 bij woningtoewijzing is gelegd, niet geruisloos konden laten teruggaan naar de ongeveer €35.000, de andere grens. In de wet staat "van rechtswege", maar ik heb ook in de Tweede Kamer aangegeven dat het niet geruisloos kan. Het is namelijk een beslissing om op dat moment bij stil te staan. Dat zal weliswaar een opvolger van mij doen, mag ik aannemen, maar ik zeg graag toe dat vóór dat moment expliciet aan de Kamer gemeld zal worden dat dat moment eraan komt en hoe het kabinet daarmee om wenst te gaan. In de ministeriële continuïteit gaat deze toezegging op mijn opvolger over.
(...)
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 9 - blz. 22
Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Ten slotte dank ik de minister voor de toezegging dat de tijdelijke verhoging van de inkomensgrens voor toewijzing van huurwoningen van €39.000 niet geruisloos naar €35.000 zal worden verlaagd, maar dat dit eerst aan de orde zal komen in de evaluatie van de Woningwet, en dat van een eventuele verlaging pas sprake is na het bespreken van de evaluatie in de Kamer. Ik dank de minister voor die toezegging. Ik vraag hem wel even om een bevestiging dat wij elkaar zo goed begrepen hebben.
(...)
Handelingen I 2015/2016, nr. 27, item 9 - blz. 26
Minister Blok: Mevrouw Bikker vroeg nog eens, te formuleren hoe een volgend kabinet om zal gaan met de verlaging die nu van rechtswege in de wet staat, van de €39.000. In de wet blijft staan "van rechtswege", maar zo'n kabinet zal tijdig aan de Kamer laten weten of het die verlaging van rechtswege inderdaad door wil laten gaan zodat, als de Kamer het daarmee niet eens zou zijn, het maatregelen kan nemen, of dat het kabinet al uit zichzelf al tot een andere afweging mocht komen.
Mevrouw Bikker (ChristenUnie): Dank voor die toezegging. Ik neem aan dat het kabinet dan ook de evaluatie van de Woningwet, op basis waarvan deze maatregel ooit genomen is, daarbij zal betrekken. Anders is het weer lastig te beoordelen of het een wijs besluit is.
Minister Blok: Zeker, want die evaluatie is op hetzelfde moment toegezegd
(...)
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 27, item 9
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2015/2016, nr. 27, item 7
-
5 maart 2019
nieuwe status: voldaan
Voortgang: -
22 februari 2019
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de evaluatie van de herziene Woningwet
Op 19 maart 2019 door de Commissie BiZa/AZ voor kennisgeving aangenomen.
EK 32.769 / 33.966, S
-
-
27 januari 2017
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
27 januari 2017
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Wonen en Rijksdienst -
12 april 2016
toezegging gedaan