Verslag van de vergadering van 11 mei 2021 (2020/2021 nr. 36)
Aanvang: 13.32 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is het afscheid van de oud-Eerste Kamerleden Gerbrandy en Nooren.
De voorzitter:
Collega's, wij nemen vandaag afscheid van twee oud-leden die eerder dit parlementaire jaar hun lidmaatschap van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben opgezegd. Ze zitten hier voor me. Vanwege de coronamaatregelen hebben we in eerste instantie gewacht met dit afscheid. Omdat versoepelingen vanwege de aanhoudende besmettingscijfers nog uitblijven, nemen we vandaag alsnog afscheid van hen.
Ik heet de heer Gerbrandy en mevrouw Nooren van harte welkom terug in de Ridderzaal. Omdat uw plaatsen inmiddels zijn ingenomen door uw partijgenoten de heren Raven en Karakus zit u vandaag in het midden van de Ridderzaal. Het voordeel is dat ik en alle andere leden u zo nog beter kunnen zien!
Meneer Gerbrandy,
Op 11 juni 2019 werd u namens de Onafhankelijke Senaatsfractie lid van de Eerste Kamer. De OSF vertegenwoordigt sinds 1999 onafgebroken het regionale geluid in de Kamer. Met uw lidmaatschap werd dat geluid voortgezet.
U begon uw politieke loopbaan in 1998 toen u namens de Fryske Nasjonale Partij wethouder werd in de gemeente Wymbritseradiel. Hier heb ik het hele weekend op geoefend. Na een gemeentelijke herindeling in 2011 werd u fractievoorzitter van de FNP in de nieuwe fusiegemeente Súdwest-Fryslân.
Toen u twee jaar later Súdwest-Fryslân verliet om burgemeester van Achtkarspelen te worden zei u — en ik citeer: "Vertrouw op de kracht van de burger en blijf als overheid betrouwbaar". Een motto dat u meenam naar de Eerste Kamer en waar u ook hier voortdurend op heeft gehamerd.
Vanaf het begin heeft u zich sterk gemaakt voor een basisinkomen, versnellen van de woningbouw en afschaffing van de verhuurderheffing. Ook de boeren, met name biologische boeren, konden op uw steun rekenen.
In uw bijdragen refereerde u met regelmaat aan de rol van de Onafhankelijke Senaatsfractie. In uw maidenspeech tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen grapte u in de richting van de minister-president — en ik citeer weer: "Mijn evenknie in de Tweede Kamer is nogal rustig en de inbreng van de onafhankelijken klinkt misschien niet elke dag door, maar nu moet u opletten. De eenmansfractie: alleen, maar niet eenzaam."
U doelde daarmee op de 33% van de Nederlanders die op een onafhankelijke partij stemt bij de lokale en provinciale verkiezingen. In uw dromen, zo zei u, zag u voor zich dat ze allemaal op de OSF gaan stemmen en dat de OSF de grootste fractie in de Eerste Kamer wordt.
"Alleen, maar niet eenzaam" gold ook voor uw houding richting de fractievoorzitters binnen het College van Senioren, richting de overige Kamerleden en richting de medewerkers van de Kamer. U was immer open, vriendelijk en benaderbaar voor de griffie, en zocht én vond met grote regelmaat succesvol samenwerking met andere fracties.
Inmiddels heeft u het stokje doorgegeven aan een senator uit een andere regio: de Limburger Ton Raven. Wij kennen hem inmiddels. Zo blijft het lokale en regionale geluid vertegenwoordigd in Den Haag.
Meneer Gerbrandy, beste Gerben,
"Dit is de eerste keer dat ik iets niet kan afmaken," zei je met spijt in je stem toen je in december je vertrek uit de Eerste Kamer bekendmaakte. Ik hoorde er ook verdriet in. Je kon niet werken zoals je wilde en zoals je altijd gewend was geweest. Ik zou je willen meegeven dat alles wat je tot nu toe hebt gedaan gelukt is, ook je senatorschap. Je vriendschap en je vriendelijke, maar zo nu en dan ook onverzettelijke uitstraling heb ik in de jaren van onze samenwerking zeer gewaardeerd.
Mevrouw Nooren,
Op 9 juni 2015 werd u beëdigd als lid van de Eerste Kamer. Twee maanden geleden legde u uw functie neer omdat u de volle aandacht wilde geven aan uw nieuwe rol als voorzitter van het College van Bestuur van de Hogeschool van Amsterdam, één van de grootste onderwijsinstellingen van dit land. Voor en tijdens uw Kamerlidmaatschap was u werkzaam in de zorgsector, de laatste jaren als voorzitter van de raad van bestuur van Bartiméus en als voorzitter van het college van bestuur van de Stichting Bartiméus Onderwijs. Daar legde u dus al de basis voor uw overstap naar de Hogeschool van Amsterdam.
Het Eerste Kamerlidmaatschap was uw eerste volksvertegenwoordigende functie, een die u direct met verve oppakte. U hield zich in de Kamer onder meer bezig met onderwijs, zorg en integratie. Als voorzitter van de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving was u tevens volledig ingevoerd in een van de grootste wetgevingstrajecten die we de afgelopen jaren in deze Kamer hebben behandeld en nog steeds behandelen, de Omgevingswet. Ik zie de minister verschrikt opkijken.
(Hilariteit)
De voorzitter:
Ook was u in de vorige mandaatperiode ondervoorzitter van de Tijdelijke commissie uitwerking gedragscode integriteit die leidde tot de Gedragscode integriteit Eerste Kamer die in het voorjaar van 2019 is vastgesteld.
Maar wellicht uw politiek finest hour — vergeef me mijn Engels, alhoewel dat in het onderwijs inmiddels ook een voertaal is, we hebben het daar samen vaak over gehad — beleefde u tijdens de behandeling van de initiatiefwet over het opnemen van een actief donorregistratiesysteem, in de volksmond beter bekend als de donorwet, die op 13 februari 2018 is aangenomen door de Eerste Kamer. Veel hing toen af van een motie van uw hand, waarin u de regering verzocht wettelijk te verankeren dat een arts niet zal overgaan tot donatie als er geen nabestaanden zijn of nabestaanden ernstige bezwaren tegen de donatie hebben. Toen de motie eindelijk na hoofdelijke stemming met twee stemmen verschil werd aangenomen, was de weg vrij voor het wetsvoorstel, dat eveneens met twee stemmen verschil is aanvaard.
Aandacht hebben voor de ander, zoals voor nabestaanden in het geval van orgaandonatie, voor mensen die soms een steuntje in de rug nodig hebben, voor kwetsbaren in de samenleving, en nu voor jongeren, voor studenten, karakteriseerde uw werk in deze Kamer. Ook in uw maidenspeech, op 22 september 2015, bij het wetsvoorstel Aanbieden van onderwijstijd in de Engelse — jaja, daar is-ie weer! — Duitse of Franse taal voor het primair onderwijs kwam dat naar voren. U zei toen, en ik citeer: "Het is mijn stellige overtuiging dat wetgeving, zeker ook op het gebied van onderwijs, beoordeeld moet worden op haar bijdrage aan een rechtvaardige maatschappij, waarin alle mensen onafhankelijk van talenten, afkomst en achtergrond welkom en gelijkwaardig zijn. Onderwijs dat kansen biedt voor alle kinderen en jeugdigen en hen uitdaagt hun talenten te ontwikkelen, is daarvoor cruciaal." Geen wonder dat ze u bij de Hogeschool van Amsterdam graag wilden hebben ...
Last but not least, nog enkele woorden over de rol die u vanaf juli 2019 in deze Kamer bekleedde als eerste Ondervoorzitter. U droeg in het bijzonder de zorg voor de tijdelijke huisvesting van de Eerste Kamer aan het Lange Voorhout en aan de Kazernestraat — de resultaten gaan we binnenkort zien — en de renovatie van de Eerste Kamergebouwen hier aan het Binnenhof. Een grote klus, die u met dezelfde inzet als uw politieke werk heeft geklaard. De verhuizing komende zomer maakt u helaas niet meer mee, maar ik hoop u graag een keer te mogen verwelkomen, meerdere keren wat mij betreft, voor een rondleiding als we eenmaal gesetteld zijn. En om bij te praten natuurlijk.
Mevrouw Nooren, beste Jopie,
Vóór de verkiezingen van 2019 waren we al collega's in de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Ná die verkiezingen kwamen we elkaar weer tegen, dit keer in de Huishoudelijke Commissie, waarvan ik als Voorzitter lid ben, jij als eerste Ondervoorzitter lid was en Arda Gerkens — toen nog tweede Ondervoorzitter — de commissie complementeerde.
Met groot genoegen kijk ik terug op onze samenwerking in de Huishoudelijke Commissie. Ik kon ook altijd op je rekenen als vervanger op deze plek wanneer ik niet in de gelegenheid was de plenaire vergadering voor te zitten. Bij de leden en bij de griffiemedewerkers stond je bekend om je even gulle als vriendelijke lach, je voortvarendheid en je grote inzet. Het kan niet anders dan dat je met dezelfde mix van enthousiasme, passie en humor, maar ook bestuurlijke professionaliteit, die je in de Eerste Kamer hebt aangewend, aan de slag bent gegaan in Amsterdam.
Gerben en Jopie, ik wens jullie, en ik weet zeker dat ik namens iedereen hier spreek, alle goeds toe in jullie huidige en toekomstige activiteiten.
Ik schors de vergadering voor enkele ogenblikken, zodat ik jullie, samen met de fractievoorzitters, een klein bloemetje kan overhandigen.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.