Dit wetsvoorstel kent gewezen KNIL-beroepsmilitairen die vijf jaar of langer in werkelijke dienst zijn geweest en die onder dezelfde omstandigheden in Nederlands-Indië hebben gediend een gelijke uitkering toe als gewezen dienstplichtige veteranen.
Hiertoe is besloten uit een oogpunt van gelijke behandeling van beroepsmilitairen en Indië-veteranen. De uitkering wordt alleen verstrekt aan degenen die na hun militaire dienst naar Nederland zijn gegaan.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 18 december 1997 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 17 maart 1998 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 182 van 7 april 1998.
ingediend
29 augustus 1997titel
Financiële compensatie voor langdurige militaire dienst (Uitkeringswet KNIL-beroepsmilitairen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Binnenlandse Zaken
inwerkingtreding
De dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
17 maart 1998
stemming (hamerstuk) -
27 februari 1998
nota naar aanleiding van het verslag nr. 206b -
10 februari 1998
verslag commissie Biza nr. 206a -
18 december 1997
gewijzigd voorstel van wet nr. 206 -