Dit wetsvoorstel strekt ertoe knelpunten in de regeling van de fiscale oudedagsreserve (FOR) weg te nemen. Het gaat daarbij met name om de problemen die samenhangen met de vermogenstoets tijdens het bestaan van de onderneming.
Verder voorziet het voorstel in een verhoging van de zelfstandigenaftrek en het vervallen van de vermogensaftrek.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 27 november 1997 met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 december 1997 zonder stemming door aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 736 van 29 december 1997.
ingediend
17 november 1997titel
Wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 c.a. (aanpassing van de oudedagsreserve en de zelfstandigenaftrek alsmede vervallen van de vermogensaftrek)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
1 januari 1998. Ten aanzien van een belastingplichtige die winst geniet uit een voor zijn rekening gedreven onderneming waarvan het boekjaar is aangevangen voor 1 januari 1998 en eindigt na 1 januari 1998, vinden op verzoek van de belastingplichtige de wijzigingen ingevolge deze wet eerst toepassing met ingang van 1 januari 1999. Het verzoek wordt bij de aangifte gedaan.
-
-Om onbedoeld gebruik van de regeling te voorkomen wordt de mogelijkheid tot het opbouwen van een FOR gekoppeld aan het recht op de zelfstandigenaftrek.
-
-Daartoe wordt ook het urencriterium in de regeling van de zelfstandigenaftrek aangepast.
1
-
15 december 1997
behandeling Handelingen EK 1997/1998, nr. 11, blz: 470-506