Dit voorstel wijzigt titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlof. Het geeft mede uitvoering aan de nota "Om de kwaliteit van Arbeid en Zorg: investeren in verlof".
De wijzigingen betreffen onder andere verlenging van de wettelijke verjaringstermijn van twee naar vijf jaar en de creatie van ruimte voor het afkopen van bovenwettelijke vakantiedagen. Door deze wijzigingen ontstaan er ruimere mogelijkheden om vrije dagen te sparen en om vakantie op te nemen in uren.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 29 april 1999 aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 27 november 2000 als hamerstuk afgedaan. Op 14 april 2000 is een novelle op dit wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel (27.079) is inmiddels ook door de Eerste Kamer aangenomen.
De wet is opgenomen in Staatsblad 545 van 19 december 2000.
ingediend
16 juni 1998titel
Wijziging van titel 7.10 (arbeidsovereenkomst) van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot vakantie en ouderschapsverlofschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
29 april 1999
stemming (aantekening: SGP, tegen: SP) Handelingen TK 1998/1999, nr. 76: blz. 4457-4458 -
27 april 1999
voortzetting behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 74: blz. 4321-4326 -
14 april 1999
voortzetting behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 69: blz. 4108-4128 -
7 april 1999
behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 66: blz. 4039-4052