Dit wetsvoorstel is een uitbreiding van de Wet milieubeheer waarin een grondslag wordt gelegd voor het invoeren van een retributieplicht voor de beoordeling en administratieve afhandeling van kennisgevingen, meldingen, nadere-gegevensverstrekking, vergunning- en ontheffingsaanvragen en bepaalde verzoeken op grond van de Wet milieugevaarlijke stoffen.
De overheid dient in deze gevallen bepaalde taken uit te voeren, waaraan kosten zijn verbonden. Dit voorstel geeft de overheid de mogelijkheid om de kosten ten laste van het bedrijfsleven te laten komen.
Dit is in de lijn van het beleid van de regering, gericht op verder gaande kostendekkendheid van door de overheid geleverde diensten.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 16 maart 1999 door de Tweede Kamer aangenomen. CDA en VVD stemden tegen.
De plenaire behandeling in de Eerste Kamer vond plaats op 6 februari 2001. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 20 februari 2001 verworpen na stemming bij zitten en opstaan. Tegen stemden CDA, VVD en D66.
ingediend
14 september 1998titel
Uitbreiding van de Wet milieubeheer (retributies milieugevaarlijke stoffen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
9
-
20 februari 2001
stemming (verworpen, tegen: CDA, VVD en D66) Handelingen EK 2000/2001, nr. 20: blz. 933-934 -
-
-
-
-
-
16 maart 1999
stemming (aangenomen, tegen: VVD en CDA) Handelingen TK 1998/1999, nr. 57: blz. 3588 -
9 maart 1999
behandeling Handelingen TK 1998/1999, nr. 54: blz. 3476-3493 -