26.983

Onderzoek aan en in het lichaam van verdachten



Dit wetsvoorstel is een herziening en uitbreiding van regels over het onderzoek aan en in het lichaam van verdachten en regelt de overheveling van deze maatregelen naar het Wetboek van Strafvordering. Dit naar aanleiding van het rapport van de Commissie onderzoek aan het lichaam (Commissie Meijers, 1997).

Hiermee wordt het mogelijk om in bepaalde gevallen bij verdachten een röntgen- en echoscopie-onderzoek te verrichten. Verder wordt een regeling opgenomen voor het gebruik van het sofi-nummer bij het vaststellen van de identiteit van verdachten.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 22 mei 2001 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 30 oktober 2001 zonder stemming aangenomen.

De wet is opgenomen in Staatsblad 532 van 13 november 2001.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 66 van 14 februari 2002.


Kerngegevens

ingediend

25 januari 2000

titel

Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en enige ander wetten omtrent de toepassing van maatregelen in het belang van het onderzoek en enige andere onderwerpen

schriftelijke voorbereiding

inbreng geleverd door

ondertekening

  • minister van Justitie

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld


Hoofdlijnen

Het voorstel regelt:

  • het uitwendig schouwen van holten en openingen van het bovenlichaam mag plaatsvinden op gezag van de hulpofficier van justitie;
  • het inwendig onderzoek van openingen en holten, röntgenonderzoek en echoscopie mag alleen plaatsvinden met instemming van de officier van justitie;
  • vaststelling van de onderzoeksmethoden die bij het

    opsporingsonderzoek kunnen worden toegepast:

    • getuigenconfrontatie,
    • speurhondenproef en,
    • plaatsing in een observatiecel;
  • regeling van de bevoegdheid om in het kader van onderzoek naar drugskoeriers een urinetest te doen;
  • verandering van de naam van de fase "ophouding voor verhoor" in de naam fase "ophouding voor onderzoek", waardoor een aantal onderzoeksmaatregelen al in deze fase kunnen worden toegepast.

Documenten