Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) waardoor de financiële verantwoordelijkheid voor en de bekostiging van de huisvesting van de "verticale scholengemeenschappen" bij de instellingen zelf wordt gelegd. "Verticale scholengemeenschappen" bestaan uit een regionaal opleidingscentrum (ROC) met één of meer scholen voor voortgezet onderwijs, of één agrarisch opleidingscentrum (AOC) met een mavo.
Met dit voorstel komen zowel de negen AOC's als de zeven ROC's onder de WEB te vallen. Ook worden nevenvestigingen aan categoriale scholen mogelijk gemaakt. Een categoriale school is een school die maar één schoolsoort kent, bijvoorbeeld een school voor alleen havo.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 13 februari 2004 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 16 maart 2004 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 139 van 6 april 2004.
De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 269 van 22 juni 2004.
ingediend
11 augustus 2003titel
Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met de huisvesting van verticale scholengemeenschappen alsmede wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs teneinde nevenvestigingen van categoriale scholen mogelijk te makenschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.7
-
-
-
-
-
-
-
12 februari 2004
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2003/2004, nr. 51, blz: 3363