Dit wetsvoorstel bevat de begroting van uitgaven en ontvangsten voor het jaar 2005 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 16 december 2004 met algemene stemmen aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 26 april 2005 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 259 van 31 mei 2005.
De plenaire behandeling van het onderdeel Wetenschapsbeleid en Hoger Onderwijs op 12 april 2005 vond plaats aan de hand van het thema "Het ondernemend hoger onderwijs". In het bijzonder werd er aandacht geschonken aan de onderwerpen binair stelsel, leerrechten, levenslang leren, positie docenten, positie jonge onderzoeker, kwaliteit onderwijs en kwaliteit onderzoek/relatie met Bologna en academische waarden.
Op 21 juni 2005 vond een beleidsdebat plaats over het onderdeel Onderwijs aan de hand van het thema 'de kwaliteit van het onderwijs'.
ingediend
21 september 2004titel
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2005schriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van 1 januari van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 1 januari, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad, en werkt zij terug tot en met 1 januari