Dit voorstel keurt het Verdrag tussen Nederland, België en Luxemburg over grensoverschrijdende politieel optreden (Trb. 2005, 35) goed. Door dit verdrag worden de knelpunten, die de Nederlandse, Belgische en Luxemburgse politiediensten bij de uitoefening van hun taken ondervinden, opgelost.
Het verdrag verruimt de mogelijkheden tot politiële samenwerking op het gebied van de handhaving van de openbare orde en veiligheid, de bescherming van personen en goederen en de voorkoming en opsporing van strafbare feiten in de Benelux.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 1 november 2005 zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 29 november 2005 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
19 februari 2005titel
Goedkeuring van het op 8 juni 2004 te Luxemburg totstandgekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden, het Koninkrijk België en het Groothertogdom Luxemburg inzake grensoverschrijdend politieel optreden (Trb. 2005, 35)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Justitie
- minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
Deze verruiming vindt plaats door middel van:
-
-een regeling betreffende wederzijdse bijstand (bijstand op verzoek en onvoorziene bijstand),
-
-de mogelijkheid om gemengde patrouilles en controles in de grensstreek te organiseren,
-
-een regeling over de persoonsbeveiliging,
-
-een uitbreiding van de mogelijkheden van de grensoverschrijdende achtervolging en observatie, en de
-
-mogelijkheid rechtstreeks gegevens uit te wisselen tussen de politiediensten van de drie landen.
-
-
-
-
-
-
-
1 november 2005
stemming (zonder stemming aangenomen) Handelingen TK 2005/2006, nr. 15, blz: 875 -
1 november 2005
behandeling Handelingen TK 2005/2006, nr. 15, blz: 871-875