Dit wetsvoorstel implementeert het kaderbesluit 2003/80/JBZ inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. Dit kaderbesluit vormt een mijlpaal in het internationale milieurecht doordat het het eerste internationale instrument is waarbij alle EU-lidstaten zich verplichten om de overtreding van een breed scala van milieuovertredingen strafrechtelijk te sanctioneren. Voor een aanzienlijk aantal van hen is dat, anders dan voor Nederland, een nieuwe ontwikkeling omdat zij in hun milieurecht tot nu steeds volstonden met civielrechtelijke en bestuursrechtelijke sancties en handhaving.
Het kaderbesluit verplicht de lidstaten maatregelen te nemen om er voor te zorgen dat een reeks van opzettelijke gedragingen met betrekking tot gevaarlijke of schadelijke stoffen strafbaar wordt gesteld, althans in de meeste gevallen wanneer daarbij bepaalde gevolgen optreden. De uitvoering van het kaderbesluit vergt aanpassing en aanvulling van enkele bepalingen uit het Wetboek van Strafrecht.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De minister van Justitie heeft bij brief van 28 oktober 2005 (TK 30.037, nr. 8) de Tweede Kamer verzocht de behandeling op te schorten. De minister van Veiligheid en Justitie heeft dit voorstel bij brief van 8 oktober 2012 (TK 30.037, nr. 11) ingetrokken.
ingediend
16 maart 2005titel
Implementatie van het kaderbesluit nr. 2003/80/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PbEG L 29)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
-
-
28 oktober 2005
brief minister van Justitie over het vervallen van de grondslag voor het wetsvoorstel TK nr. 8