30.182

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten



Dit wetsvoorstel beoogt de samenhang te versterken in de rechtshandhaving en de democratische controle daarop en de handhaving van de ordeningswetgeving te verbeteren. Het aantal bijzondere opsporingsdiensten met algehele opsporingsbevoegdheid wordt teruggebracht van 21 naar vier: op het gebied van financiën en economie, landbouw, milieu en leefomgeving en sociale zekerheid. Deze opsporingsdiensten zijn belast met de (strafrechtelijke) handhaving van de ordeningswetgeving. Naast de algemene opsporingsbevoegdheid regelt het wetsvoorstel de bevoegdheden tot geweldgebruik en tot het doen van een veiligheidsonderzoek voor de bijzondere opsporingsdiensten.

Om het gezag over de opsporingsactiviteiten van de opsporingsambtenaren werkzaam bij de bijzondere opsporingsdiensten, alsmede de rechtshandhaving, te versterken, voorziet het wetsvoorstel in een landelijke organisatorische eenheid binnen het openbaar ministerie, het zogenoemde functioneel parket, dat zich concentreert op de handhavingsterreinen van de vier betrokken ministeries.

Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.


Stand van zaken

Het voorstel is op 27 april 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 23 mei 2006 als hamerstuk afgedaan.

De wet is opgenomen in Staatsblad 285 van 27 mei 2006.

De inwerkingtreding is opgenomen in Staatsblad 172 van 22 mei 2007.


Kerngegevens

ingediend

5 juli 2005

titel

Vaststelling van regels met betrekking tot de bijzondere opsporingsdiensten en de instelling (Wet op de bijzondere opsporingsdiensten)

schriftelijke voorbereiding

ondertekening

  • minister van Justitie
  • minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
  • minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

inwerkingtreding

Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip


Hoofdlijnen

De vier opsporingsdiensten die geïntroduceerd worden zijn:

  • een opsporingsdienst ressorterend onder de minister van Financiën (Belastingdienst / Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst- Economische Controledienst)
  • een opsporingsdienst ressorterend onder de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM Inlichtingen- en Opsporingsdienst)
  • een opsporingsdienst ressorterend onder de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Dienstonderdeel Opsporing van de Algemene Inspectiedienst)
  • een opsporingsdienst ressorterend onder de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst)

Documenten

2