Dit wetsvoorstel wijzigt de Wet stedelijke vernieuwing waardoor een gemeente tijdens een investeringstijdvak stedelijke vernieuwing kan worden aangemerkt als een rechtstreekse gemeente. Een rechtstreekse gemeente is een gemeente die is aangewezen voor het rijksbeleid voor het grotestedenbeleid (gsb) voor de 30 grote(re) gemeenten. De overige gemeenten zijn niet-rechtstreekse gemeenten.
Met dit voorstel krijgt de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer voor de als rechtstreeks aangemerkte gemeente van de provincie de volledige verantwoordelijkheid over het goedkeuren van het ontwikkelingsprogramma, voor het verlenen van investeringsbudget, voor de beoordeling van de verantwoording en ook voor de vaststelling van het investeringsbudget na afloop van het investeringstijdvak. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de motie Bruls c.s. om er onder meer voor te zorgen dat Sittard-Geleen per 1 januari 2005 deelneemt in de GSB-structuren (TK 21.062 nr. 130).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 23 februari 2006 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 maart 2006 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
8 september 2005titel
Wijziging van de Wet stedelijke vernieuwing (wijziging in verband met het aanwijzen van een niet-rechtstreekse gemeente als rechtstreekse gemeente gedurende een investeringstijdvak stedelijke vernieuwing)schriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip
1
-
23 februari 2006
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2005/2006, nr. 54, blz; 3497