Dit wetsvoorstel wijzigt de Grondwet waarmee de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester wordt opgenomen in de Grondwet. Dit is de eerste lezing van dit voorstel tot Grondwetswijziging.
Op 22 maart 2005 heeft de Eerste Kamer in tweede lezing een wetsvoorstel dat strekte tot deconstitutionalisering van de aanstellingswijze van de commissaris van de Koning en de burgemeester (wetsvoorstel 28.509) verworpen. Op 26 maart 2005 hebben de voorzitters van de fracties van CDA, VVD en D66 in de Tweede Kamer in overleg met het kabinet bij het zogenoemde 'Paasakkoord' onder meer afgesproken dat een wetsvoorstel tot het opnemen van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester in de Grondwet zal worden ingediend. Dit wetsvoorstel strekt ter uitvoering van deze afspraak en past binnen de democratische vernieuwingsagenda van het kabinet.
Op 27 juni 2006 hebben de Tweede Kamerleden Dubbelboer, Özütok en Irrgang op basis van artikel 137, lid 2, van de Grondwet een voorstel ingediend om het onderhavige wetsvoorstel te splitsen in twee afzonderlijke voorstellen. De indieners beogen twee onderwerpen in het wetsvoorstel van de regering in stemming te brengen. Het betreft de deconstitutionalisering van de benoeming van de burgemeester en het regelen van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeester in de Grondwet. Op deze manier zou er volgens de indieners recht gedaan moeten worden aan de werkelijke verhouding in de Tweede Kamer ten aanzien van beide onderdelen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
De minister en de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben het wetsvoorstel ingetrokken bij brief van 8 mei 2007.
ingediend
30 december 2005titel
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het opnemen van de rechtstreekse verkiezing van de burgemeesterschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
inwerkingtreding
4
-
-
28 februari 2007
brief van de minister-president over het besluit van de ministerraad wetsvoorstellen te heroverwegen EK 30.800 III, B -
28 juni 2006
voortzetting behandeling Handelingen TK 2005/2006, nr. 96, blz: 5940-5945 -
28 juni 2006
behandeling Handelingen TK 2005/2006, nr. 96, blz: 5927-5938