Dit wetsvoorstel regelt de instelling van twee nieuwe basisregistraties, namelijk de basisregistratie inkomen (BRI) en de basisregistratie waarde onroerende zaken (BR WOZ). Door opneming in deze basisregistraties wordt aan de inkomensgegevens en aan de waardegegevens authenticiteit verleend, waardoor deze gegevens onder andere door de afnemers van de twee in te voeren basisregistraties verplicht dienen te worden gebruikt.
Beide basisregistraties zijn mogelijk omdat met de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) het waardebegrip respectievelijk het inkomensbegrip zijn geharmoniseerd. Het streven is om deze basisregistraties beide per 2009 operationeel te laten zijn. Een stelsel van samenhangende basisregistraties zal leiden tot verbeterde dienstverlening door de overheid tegen lagere uitvoeringskosten, tot vermindering van administratieve lastendruk voor burgers en bedrijven en tot verbetering van handhaving.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel is op 24 april 2008 aangenomen door de Tweede Kamer. Tegen stemde de fractie van de SP. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 juni 2008 als hamerstuk afgedaan.
De wet is opgenomen in Staatsblad 269 van 15 juli 2008.
ingediend
22 juni 2007titel
Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Wet waardering onroerende zaken en enige andere wetten in verband met de invoering van een basisregistratie inkomen en een basisregistratie waarde onroerende zakenschriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met dien verstande dat:
-
a.het in artikel I, onderdeel B, opgenomen artikel 21a van de Algemene wet nzake rijksbelastingen, voor het eerst toepassing vindt met betrekkingtot inkomensgegevens over het kalenderjaar voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel
-
b.het in artikel II, onderdeel K, opgenomen artikel 37a van de Wet waardering onroerende zaken, voor het eerst toepassing vindt met betrekking tot waardegegevens voor het kalenderjaar voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel.
Met betrekking tot de basisregistratie en de basisregistratiehouder gelden de volgende uitgangspunten:
-
1.De basisregistratie is bij wet geregeld.
-
2.De zeggenschap over de basisregistratie berust bij een bestuursorgaan en er is een minister verantwoordelijk voor het realiseren respectievelijk functioneren van de desbetreffende basisregistratie.
-
3.Er is duidelijkheid over inhoud en bereik van de registratie.
-
4.De positie van de specifieke basisregistratie binnen het stelsel van
basisregistraties is duidelijk gemaakt en de relaties met de basisregistraties
zijn beschreven.
-
5.Er is duidelijkheid over aansprakelijkheid.
-
6.Er is een stringent regime van kwaliteitsborging.
Waar het gaat om de relatie tussen de basisregistratiehouder en de afnemers zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd:
-
7.De authentieke gegevens in de basisregistratie worden verplicht gebruikt door de hele overheid.
-
8.Er zijn duidelijke procedures voor de toegankelijkheid van de basisregistratie.
-
9.Er zijn sluitende afspraken en procedures tussen basisregistratiehouder en afnemers.
-
10.De afnemers hebben een terugmeldplicht.
-
11.Er is vastgelegd dat en hoe afnemers van gegevens op een niet vrijblijvende
wijze worden betrokken bij de besluitvorming betreffende de basisregistratie.
Tot slot geldt als uitgangspunt voor de financiële gevolgen van de invoering
van een basisregistratie:
-
12.De exploitatie en realisatie geschieden tegen redelijke kosten, er is
eenduidigheid over de verdeling daarvan.
12
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
24 april 2008
stemming (aangenomen, tegen: SP) Handelingen TK 2007/2008, nr. 81, blz: 5774 -
23 april 2008
behandeling Handelingen TK 2007/2008, nr. 80, blz: 5647-5655