Dit wetsvoorstel regelt de uitvoering van een EG-verordening (861/2007) tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (PbEU L199). Hiermee wordt de procesvoering in geringe consumenten- en commerciële vorderingen in grensoverschrijdende zaken vereenvoudigd. Deze procedure levert een bijdrage aan de werking van de interne markt.
Met dit voorstel wordt een nieuwe Europese procedure voor geringe vorderingen ingevoerd. Deze procedure is voor schuldeisers als alternatief beschikbaar naast de bestaande procedures uit het nationale recht. De verordening is van toepassing op grensoverschrijdende vorderingen in burgerlijke en handelszaken van maximaal 2.000 euro, exclusief rente en kosten. Daarnaast worden de intermediaire maatregelen voor de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen uit andere lidstaten afgeschaft.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (TK 31.596, nr. 2) is op 11 december 2008 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer.
De Eerste Kamercommissie voor Justitie heeft het voorstel op 26 mei 2009 als hamerstuk afgedaan.
Dit voorstel werd gezamenlijk behandeld met de wetsvoorstellen Uitvoeringswet EG-betekenisverordening (31.522) en Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure (31.513).
ingediend
15 september 2008titel
Uitvoering van verordening (EG) nr. 861/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 tot vaststelling van een Europese procedure voor geringe vorderingen (Pb EU L199) (Uitvoeringswet verordening Europese procedure voor geringe vorderingen)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
- minister van Justitie
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst
2
-
-
11 december 2008
stemming (hamerstuk) Handelingen TK 2008/2009, nr. 36, blz: 3141