Dit wetsvoorstel biedt de wettelijke grondslag voor de invoering van een systeem voor het langs elektronische weg verzenden van rechtspositionele documenten aan ambtenaren dat niet afhankelijk is van de individuele toestemming van de ambtenaar.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) staat toe om met elektronische verzending te volstaan als de geadresseerde kenbaar heeft gemaakt dat hij langs die weg voldoende bereikbaar is (art. 2:14, eerste lid, Awb). Dat betekent dat toestemming van de geadresseerde nodig is. Als gevolg van de eis tot voorafgaande toestemming, zou een systeem moeten worden opgezet waarin per ambtenaar bij wordt gehouden of de vereiste toestemming is gegeven. Tevens dient rekening te worden gehouden met het feit dat de ambtenaar op elk gewenst moment zijn mening kan herzien. Tegenover de kostenbesparing van de elektronische verzending zou een dergelijk systeem dan ook aanzienlijke administratieve lasten met zich brengen.
Om een systeem te kunnen invoeren dat niet afhankelijk is van de individuele toestemming van de ambtenaar is een bijzondere wettelijke grondslag nodig omdat daarmee wordt afgeweken van het stelsel van de Awb. Onderhavig wetsvoorstel voorziet daarin.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.416, A) is op 19 mei 2011 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 31 mei 2011 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
15 juni 2010titel
Wijziging van de Ambtenarenwet, de Militaire Ambtenarenwet 1931 alsmede de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met het uitsluitend elektronisch verzenden van berichten die betrekking hebben op de rechtspositieschriftelijke voorbereiding
ondertekening
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst.