Met dit wetsvoorstel wordt bereikt dat koppelingen tussen procedures, zoals deze waren geregeld vóór de inwerkingtreding van de Crisis- en herstelwet (32.127), opnieuw wettelijk worden verankerd.
Tijdens de behandeling van de Crisis- en herstelwet in de Eerste Kamer op 16 maart 2010 is gebleken van overwegende bezwaren tegen de ontkoppeling van procedures. Deze bezwaren richtten zich met name tegen het feit dat door de ontkoppeling de mogelijkheid bestaat dat eigendomsovergang al kan plaatsvinden voordat de noodzaak tot onteigening definitief is komen vast te staan. Voorts werd als bezwaar gezien dat onteigende partijen in geval van ontkoppeling zich genoodzaakt zouden zien om vaker beroep in cassatie bij de Hoge Raad in te stellen tegen een voorgenomen onteigening, om daarmee de eigendomsovergang zo lang mogelijk te voorkomen. Dit zou onder meer kunnen leiden tot verlenging van de duur van de onteigeningsprocedure in plaats van versnelling.
Het wetsvoorstel geeft uitvoering aan de toezegging die door de minister-president, de minister van Algemene Zaken, is gedaan in het kader van de behandeling van de Crisis- en herstelwet in de Eerste Kamer der Staten-Generaal (EK 32.127, H).
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.488, B) is op 16 december 2010 zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 21 december 2010 als hamerstuk afgedaan.
ingediend
16 september 2010titel
Aanpassing van de Spoedwet wegverbreding, de Tracéwet, de Waterwet en de Wet ruimtelijke ordening in verband met de hernieuwde invoering van koppelingen tussen de onteigeningsprocedure en planologische proceduresschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
- minister van Infrastructuur en Milieu
inwerkingtreding
Met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin de wet wordt geplaatst