Dit wetsvoorstel regelt in de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure dat de indiening van verzoeken om een Europees betalingsbevel (EBB) worden behandeld bij de rechtbank Den Haag.
Met dit voorstel wordt het voor buitenlandse eisers eenvoudiger om grensoverschrijdende incassozaken te regelen. Deze concentratie van de indiening zorgt voor vereenvoudiging voor de (buitenlandse) eiser omdat deze niet langer op hoeft uit te zoeken welke Nederlandse rechter bevoegd is van het EBB-verzoek te behandelen.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 32.834, A) is op 27 januari 2015 aangenomen door de Tweede Kamer. Het CDA, de ChristenUnie, de SGP, de VVD, Klein, de Groep Kuzu/Öztürk, 50PLUS, Van Vliet, D66, GroenLinks, de PvdA, de PvdD en de SP stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 24 februari 2015 als hamerstuk afgedaan. De fractie van de PVV is daarbij aantekening verleend.
ingediend
30 juni 2011titel
Wijziging van de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure in verband met de concentratie van de Europese betalingsbevelprocedureschriftelijke voorbereiding
ondertekening
- minister van Veiligheid en Justitie
inwerkingtreding
Op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.