Met dit wetsvoorstel wordt de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 steeds stapsgewijs verhoogd, totdat die in 2019 66 jaar is en vervolgens in 2023 67 jaar. De AOW-leeftijd gaat in de loop van de jaren telkens op 1 januari omhoog, met steeds grotere stappen. Vanaf 2024 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Daarnaast veranderen de fiscale regels voor het aanvullend pensioen. De fiscale regels voor het aanvullend pensioen worden als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd ook gewijzigd. Opgebouwde pensioenrechten blijven intact. Vanaf 2014 gaat het nieuwe regime in waarbij de pensioenrichtleeftijd wordt verhoogd. Werkenden die zijn aangesloten bij een pensioenfonds bouwen vanaf dat moment jaarlijks minder nieuwe rechten op.
De snellere verhoging van de AOW-leeftijd is het gevolg van afspraken die het kabinet met de Tweede Kamerfracties van VVD, CDA, D66, GroenLinks en ChristenUnie heeft gemaakt in het Begrotingsakkoord 2013. De verhoging van de AOW-leeftijd wordt geleidelijk ingevoerd om mensen die dicht tegen hun pensioen aan zitten tegemoet te komen. Daarnaast komen er overgangsmaatregelen voor mensen die weinig mogelijkheden hebben om het verlies aan inkomen te compenseren.
Het voorliggende wetsvoorstel heeft het voorstel Wet verhoging pensioenleeftijd, extra verhoging AOW en flexibilisering ingangsdatum AOW (33.046) overbodig gemaakt. De regering heeft dat voorstel op 11 juli 2012 ingetrokken.
Deze samenvatting is gebaseerd op het wetsvoorstel en de memorie van toelichting zoals ingediend bij de Tweede Kamer.
Het voorstel (EK 33.290, A) is op 21 juni 2012 aangenomen door de Tweede Kamer. GroenLinks, D66, VVD, SGP, ChristenUnie en CDA stemden voor.
De Eerste Kamer heeft het voorstel op 10 juli 2012 na hoofdelijke stemming met 37 stemmen voor (VVD, CDA, D66, GroenLinks, ChristenUnie en SGP) en 31 stemmen (50PLUS, OSF, PvdA, PVV en SP) tegen aangenomen. Tijdens de plenaire behandeling is een vijftal moties ingediend.
De Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft op 17 september 2012 het verslag (EK 33.290, M) van een informatiebijeenkomst over de verhoging van de AOW- en pensioenrichtleeftijd op 9 juli 2012 uitgebracht. Er is ook een videoverslag (2 uur en 26 min) van deze informatiebijeenkomst beschikbaar.
ingediend
5 juni 2012titel
Wijziging van de Algemene Ouderdomswet, de Wet werk en bijstand, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met stapsgewijze verhoging en koppeling aan de stijging van de levensverwachting van de pensioenleeftijd (Wet verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd)schriftelijke voorbereiding
inbreng geleverd door
ondertekening
inwerkingtreding
-
-De artikelen I, II en V van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
-
-Artikel III en artikel IV, onderdelen A, K, L, M, N, O en Z, treden in werking met ingang van 1 januari 2014.
-
-Artikel IV, onderdelen B, P en AA, treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
-
-Artikel IV, onderdelen C, Q en AB, treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
-
-Artikel IV, onderdelen D, R en AC, treedt in werking met ingang van 1 januari 2017.
-
-Artikel IV, onderdelen E, S en AD, treedt in werking met ingang van 1 januari 2018.
-
-Artikel IV, onderdelen F, T en AE, treedt in werking met ingang van 1 januari 2019.
-
-Artikel IV, onderdelen G, U en AF, treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.
-
-Artikel IV, onderdelen H, V en AG, treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
-
-Artikel IV, onderdelen I, W en AH, treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
-
-Artikel IV, onderdelen J, X en AI, treedt in werking met ingang van 1 januari 2023.
-
-Artikel IV, onderdeel Y, treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.
De AOW-leeftijd gaat in de loop van de jaren telkens op 1 januari omhoog, met steeds grotere stappen. Onderstaande tabel geeft het effect van de verhoging op de AOW-leeftijd tot 2019 aan:
2013 1 mnd 65 + 1 mnd |
2014 1 mnd 65 + 2 mnd |
2015 1 mnd 65 + 3 mnd |
2016 2 mnd 65 + 5 mnd |
2017 2 mnd 65 + 7 mnd |
2018 2 mnd 65 + 9 mnd |
2019 3 mnd 66 jaar |
59
-
-
-
-
-
-
-
-
-
24 mei 2012
brief van de minister-president over spoedeisende wetsvoorstellen EK 33.280, A Bevat bijlage